Minachting voor de geringe is God bespotten
De manier waarop we omgaan met de behoeftigen, de geringen, met hen die veracht worden in de wereld, weerspiegelt onze relatie met God, de Schepper.
“Wie een geringe onderdrukt, smaadt diens Maker, maar wie zich over een arme ontfermt, eert Hem.”
Spreuken 14:31.
God veracht niemand
In het vlees is een verlangen om je te laten gelden en geëerd te worden, en die drang is meestal zo groot dat zolang iemand eer ontvangt, het niet uitmaakt of het ten koste gaat van een ander.
Meestal zijn het de weerlozen en behoeftigen die daaronder lijden. Het is gemakkelijk om ze in het nauw te drijven. In de regel hebben ze ook niet veel verdedigers, omdat de meeste mensen grootsheid bewonderen. Maar die arme persoon heeft zichzelf niet geschapen. Hem onderdrukken betekent daarom dat je zijn Maker bespot.
“Maar hun Verlosser is sterk, Here van de legermachten is Zijn Naam. Hij zal hun rechtszaak zeker voeren….”
Jeremia 50:34.
God wreekt alle onrecht. Daarom is het van levensbelang om heel voorzichtig te zijn op dit gebied. Barmhartigheid triomfeert over het oordeel. (Jakobus 2:13.) Paulus schrijft: “Wij hebben niemand onrecht aangedaan, wij hebben niemand te gronde gericht, wij hebben niemand uitgebuit.” 2 Korinthiërs 7:2. Hij wandelde in vreze, om niet iemand te na te komen voor wie Christus was gestorven.
“En juist die delen van het lichaam, welke wij minder in ere houden, bekleden wij meer eervol, en onze minder edele leden worden met groter eer behandeld.” 1 Korinthiërs 12:23 (NBG). Door een grapje of een humoristische opmerking te maken ten koste van een ander, kun je gemakkelijk de persoon blootleggen die je volgens het woord van God had moeten bedekken, en zo bekritiseer je de Schepper. “Zie, God is geweldig, maar acht niets gering, geweldig is Hij in de kracht van het verstand.” Job. 36:5 (NBG). Wie kan zichzelf met God vergelijken? Wie heeft een verstand als het zijne? Wie kent al onze zwakheden zoals Hij dat doet? En toch veracht Hij niemand.
Gods medewerkers bij het zegenen en helpen van mensen
Als we de gezindheid van Christus aannemen, en ootmoedig anderen hoger achten dan onszelf, zullen we de mensen kunnen helpen en zegenen. God heeft speciale zorg voor de zwakken en de geringen. “Wee de herder van Israël, die zichzelf weiden! Moeten de herder niet de schapen weiden? … Ik zal Zelf Mijn schapen weiden en Ik zal ze Zelf doen neerliggen, spreekt de Here.” Ezechiël 34:2,15.
God was boos op de herders van Israël omdat ze de zwakken niet hadden gesterkt, de zieken niet hadden genezen, noch degenen die waren afgedreven en verdwaald hadden teruggebracht. Laten we de liefde aandoen, die de band van de volmaaktheid is, en Gods medewerkers worden zodat de geringen en de zwakken kunnen gedijen en bloeien in Gods tuin. Op deze manier eren we de Schepper.
Dit artikel is vertaald uit het Noors en is eerder gepubliceerd met de titel “Minachting voor de geringe” in het maandblad van BCC Skjulte Skatter (Verborgen Schatten) in December 1970.
© Stiftelsen Skjulte Skatters Forlag 1970 | ActiveChristianity
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.