24 Bijbelverzen om luiheid aan te pakken

24 Bijbelverzen om luiheid aan te pakken

Leer een aantal van deze verzen uit je hoofd en gebruik ze als een zwaard tegen traagheid en luiheid!

8 min. ·

Bijbelverzen over luiheid, met hulp om te overwinnen

De meesten van ons herkennen op zijn minst wel een beetje luiheid in onszelf. Er is niets mis met wat “down time”, relaxen na een lange dag, de tijd gebruiken om op te laden en te reflecteren op je dag. Maar als we weten dat we eigenlijk ergens anders moeten zijn, iets anders moeten doen, of misschien krijgen we wel een ingeving van de Geest om een taak uit te voeren, maar we blijven zitten in luiheid en onverschilligheid en negeren deze ingevingen, dan hebben we deze vermaning nodig: “Ga tot de mier, gij luiaard, zie haar wegen en word wijs…”

Er kunnen uiteenlopende redenen zijn voor onze inactiviteit, en we kunnen verschillende beperkingen hebben die onze mogelijkheden begrenzen om in actie te komen. Maar God weet precies wat we kunnen dragen. Hij geeft ons geen taak die we niet aankunnen. Er is een verschil tussen het herkennen van onze eigen grenzen en het onderschatten wat God door ons kan doen – als we gewillig zijn!

Leer een aantal van deze Bijbelverzen over luiheid uit je hoofd, zodat de volgende keer dat je wordt verzocht om lui op de bank te hangen terwijl je weet dat je wel iets beter te doen hebt – wanneer je worstelt tussen “comfort voor je vlees” en “uit je comfortzone stappen” – dan kun je deze verzen gebruiken als een wapen tegen luiheid – een zonde die al genoeg kostbare tijd van mensen heeft gestolen door je jaren heen!

Motivatie om in actie te komen als je geen zin hebt

Romeinen 6:11-14

“Zo moet het ook voor u vaststaan, dat gij wèl dood zijt voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus. Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen, en stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienste van de zonde, maar stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God. Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.”

Jezelf dood achten voor de zonde is een besluit dat we nemen – onze lichamen zullen niet langer worden gebruikt om de zonde te dienen! We herinneren onszelf aan dit besluit als we worden verzocht. Dit besluit heeft niets te maken met onze gevoelens!

Galaten 2:20

“Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu (nog) in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven.”

Hebreeën 3:15

Heden, indien gij zijn stem hoort, verhardt uw harten niet zoals bij de verbittering.”

1 Korinthiërs 9:24-27

“Weet gij niet, dat zij, die in de renbaan lopen, allen wel lopen, doch dat slechts één de prijs kan ontvangen? Loopt dan zó, dat gij die behaalt! En al wie aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles; zij om een vergankelijke erekrans te verkrijgen, wij om een onvergankelijke. Ik loop dan ook niet maar in den blinde en ik ben geen vuistvechter, die zo maar in de lucht slaat. Neen, ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang, om niet, na anderen gepredikt te hebben, wellicht zelf afgewezen te worden.”

Motivatie om altijd je best te doen in alles wat je doet

Kolossenzen 3:23-24

“Wat gij ook doet, verricht uw werk van harte, als voor de Here en niet voor mensen; gij weet toch, dat gij van de Here tot vergelding de erfenis zult ontvangen. Gij dient Christus als heer.”

Prediker 9:10

“Alles wat uw hand vindt om te doen, doe dat naar uw vermogen, want er is geen werk, geen overleg, geen kennis of wijsheid in het graf, waar u naartoe gaat.”

Lucas 16:10

“Wie in zeer weinig getrouw is, is ook in veel getrouw. En wie in zeer weinig onrechtvaardig is, is ook in veel onrechtvaardig.”

Hebreeën 6:11-12

“Maar het is onze begeerte, dat ieder uwer dezelfde ijver blijve betonen tot de verwezenlijking der hoop tot het einde toe, opdat gij niet traag wordt, maar navolgers moogt zijn van hen, die door geloof en geduld de beloften beërven.”

Filippenzen 2:12-13

“Daarom, mijn geliefden, gelijk gij te allen tijde gehoorzaam zijt geweest, blijft, niet alleen zoals in mijn tegenwoordigheid, maar nu des te meer bij mijn afwezigheid, uw behoudenis bewerken met vreze en beven, want God is het, die om zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt.”

Herinnering waarom God ons een lichaam heeft gegeven

1 Korinthiërs 6:19-20

“Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.”

Romeinen 12:1-2

“Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.”

Hebreeën 10:5-7

Slachtoffer en offergave hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij een lichaam bereid; (…) Toen zeide Ik: zie, hier ben Ik – in de boekrol staat van Mij geschreven – om uw wil, o God, te doen.”

Dit was Jezus’ houding en Zijn werk toen Hij op aarde was. Ook wij hebben een lichaam gekregen van God en door Zijn wil op aarde te doen, bewijzen we dat Gods wil goed, welgevallig en volkomen is, zodat het in de komende eeuwen onbetwistbaar is.

Lees ook: Weet je waarom God jou een lichaam heeft gegeven?

Wat zegt de Bijbel over luiheid?

Spreuken 6:6-11

Ga tot de mier, gij luiaard,
zie haar wegen en word wijs:
hoewel zij geen aanvoerder heeft,
noch leidsman, noch heerser,
bereidt zij in de zomer haar brood,
verzamelt zij in de oogst haar spijs.
Hoelang, luiaard, zult gij neerliggen,
wanneer zult gij opstaan uit uw slaap?
Nog even slapen, nog even sluimeren,
nog even liggen met gevouwen handen –
daar komt uw armoede over u als een snelle loper
en uw gebrek als een gewapend man.”

Jeremia 48:10

“Vervloekt, wie het werk des Heren met lauwheid verricht; en vervloekt, wie zijn zwaard van bloed weerhoudt!”

Wanneer op het slagveld een soldaat om wat voor reden dan ook niet zijn zwaard gebruikt tegen de vijand, dan zal de vijand hem vroeger of later verslaan. Als krijgers voor God zijn wij ook geroepen om te vechten – tegen de zonde in het vlees. Als we niet gewillig zijn om te lijden – om onze begeerten de voeding te weigeren die zij eisen – dan zwichten we in verzoeking en geven toe aan de begeerten van het vlees.

Lees ook: Wie is de vijand, en waarom moeten we die bestrijden?

Spreuken 10:4-5

“Een trage hand maakt arm,
maar de hand des vlijtigen maakt rijk.
Wie verzamelt in de zomer, is een verstandig zoon;
wie slaapt in de oogsttijd,
is een zoon die zich schandelijk gedraagt.”

Spreuken 14:23

“In alle moeitevolle arbeid zal voordeel zijn,
maar het gepraat der lippen leidt enkel tot gebrek.”

Spreuken 19:15

“Luiheid doet in diepe slaap vallen
en de trage moet honger lijden.”

Spreuken 18:9

“Hij, die traag is in zijn arbeid,
is reeds een broeder van de verderver.”

1 Timotheüs 5:8

“Maar als iemand de zijnen en vooral zijn huisgenoten niet verzorgt, heeft hij het geloof verloochend en is hij erger dan een ongelovige.”

Herinnering dat de tijd kort is

Jakobus 4:14

“…gij, die niet (eens) weet, hoe morgen uw leven zijn zal! Want gij zijt een damp, die voor een korte tijd verschijnt en daarna verdwijnt.”

Johannes 9:4

“Wij moeten werken de werken desgenen, die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; er komt een nacht, waarin niemand werken kan.”

2 Korinthiërs 6:2

“…zie, nú is het de tijd des welbehagens zie, nú is het de dag des heils.”

Efeziërs 5:15-16

“Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad.”

Romeinen 13:11-14

“Gij verstaat immers de tijd wel, dat het thans voor u de ure is om uit de slaap te ontwaken. Want het heil is ons nu meer nabij, dan toen wij tot het geloof kwamen. De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij. Laten wij dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts! Laten wij, als bij lichte dag, eerbaar wandelen, niet in brasserijen en drinkgelagen, niet in wellust en losbandigheid, niet in twist en nijd! Maar doet de Here Jezus Christus aan en wijdt geen zorg aan het vlees, zodat begeerten worden opgewekt.”

Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.