“Zo zou het leven niet moeten zijn!”
Ik wist dat ik niet leefde zoals een discipel, totdat een ingrijpende levenservaring me dichter naar God toe trok.
Het was een lange, zware dag geweest. Ik zat op de bank en dacht bij mezelf: “Zo zou het leven niet moeten zijn!”
De hele dag voelde als een chaos. Ik was boos en ongelukkig geworden om bijna alles wat die dag gebeurde. Een golf van onrust spoelde over me heen als het niet lukte om het huis, de tuin, de auto en de kinderen keurig netjes te houden. Zodra het anders ging dan ik had gepland, werden de dingen heel donker en deprimerend voor me. Ik probeerde te vechten tegen alles wat uit mijn vlees opkwam, maar het was te moeilijk en te overweldigend. Ik besefte dat de manier waarop het ging niet was zoals het zou moeten zijn voor een heelhartige discipel van Jezus Christus.
Wanhoop
Ik stelde me voor hoe het zou zijn om voor Jezus te staan en hoe het zou voelen als ik Hem nu zou ontmoeten. Plotseling werd het me duidelijk dat mijn ogen alleen waren gericht op aardse dingen. Het gevolg was dat het onmogelijk was om te vechten tegen alle onrust die opspeelde als dingen niet op mijn manier gingen.
Ondanks dit besef wist ik niet waar ik moest beginnen om uit deze situatie te komen. Ik wist niet wat ik moest opgeven of hoe ik moest veranderen. Ik was op een punt gekomen waarop ik me zo vastklampte aan aardse dingen dat ik bijna geen gebedsleven met God had. Hij kon niet meer tot me spreken. Toch boog ik in wanhoop mijn hoofd, en vroeg God wat ik moest doen om uit deze donkere draaikolk te komen waarin ik werd meegezogen.
Een levensveranderende ervaring
Enige tijd later kreeg onze nog jonge zoon een ernstig ongeluk. De dokters moesten hem een aantal dagen in coma houden. Het enige wat ik kon doen was wachten. In zo’n tijd van crisis hadden alle aardse dingen geen waarde meer. Ik herinner me dat ik daar alleen in het ziekenhuis zat, en me in mijn wanhoop eindelijk tot God wendde. Op dat moment kon hij beginnen tot mij te spreken. Ik voelde opeens dat ik een heel open verbinding met God had waarin ik veel duidelijker kon horen wat Hij me te zeggen had. Al die tijd dat ik in het ziekenhuis zat, was ik voortdurend in gesprek met God. Hij kon dingen aanwijzen waarvan ik mezelf moest reinigen en dingen die ik moest loslaten. Hij kon me licht geven over dingen waarover ik anders nooit licht zou hebben gekregen, omdat mijn gedachten zo waren gericht op een heleboel aardse dingen en omstandigheden.
Gedurende deze tijd kreeg ik een innige verhouding met God en kon ik veel sneller vooruitgang boeken op de nieuwe en levende weg door het vlees. Toen de tijd verstreek en alles weer ‘normaal’ werd, nam ik me voor er met al mijn kracht voor te vechten de verbinding met God open te houden. Ik wist dat ik zonder deze verbinding traag zou worden om te horen wat Hij te zeggen had, en de aardse dingen mijn gedachten weer zouden overnemen.
Onze zoon moest na zijn ongeluk een aantal operaties ondergaan en hij moet er nu nog een paar, maar hij is een blije, levendige jongen die niet bang is voor dokters en ziekenhuizen. Gedurende deze periode heb ik persoonlijk nooit het gevoel gehad dat de dingen te moeilijk werden of dat God me had verlaten. Hij is in alles bij me geweest, heeft me geholpen en mijn geloof gesterkt door voor alles te zorgen, tot in het kleinste detail. Ik blijf dicht bij Hem in alle dingen. Dat is hoe het leven moet zijn!
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.