Zalig wie treuren, want zij zullen vertroost worden
Toen Jezus zei: “Zalig wie treuren, want zij zullen vertroost worden”, gaf Hij ons een geweldige belofte!
“Zalig wie treuren, want zij zullen vertroost worden.” Matteüs 5:4.
Je kunt alles goed begrijpen en je kunt alles verkeerd begrijpen. Gewoonlijk is er helaas veel meer onbegrip van Gods Woord dan juist begrip. Alle zondaars zijn ernstig verduisterd, veel meer dan ze vermoeden.
Zalig zijn zij die treuren – met God welgevallige droefheid
De bovengenoemde tekst wordt makkelijk verkeerd begrepen. De meesten die treuren worden niet vertroost, omdat hun treuren helemaal geen God welgevallige droefheid is, maar juist een geheel onnodig en schadelijk getreur.
Het treuren dat God welgevallig is, waardoor we ware troost krijgen en gelukzalig worden, is verdriet omdat we ons leven, ons eigen leven dus, zo slecht in orde hebben, verdriet omdat we in allerlei opzichten bij lange na niet zo zijn als het zou moeten en zoals Gods Woord ons leert en waartoe dat ons vermaant. (2 Korinthiërs 7:9-11.)
Dat is God zó welgevallig dat Hij ons ware, krachtige troost geeft, waardoor we meteen gelukzalig zijn, want er staat niet “zalig worden wie treuren,” maar “zalig zijn wie treuren.” En de enige troost die voldoet aan hen die zo’n God welgevallig verdriet over zichzelf hebben, is de verzekering van Gods kant dat het in alle opzichten zal slagen om nu al, in de genadetijd, zo te worden als God ons wil hebben.
Aangezien wij in zijn ware troost geloven, gaan we al meteen gelukzaligheid ervaren, lang voordat we deel hebben gekregen aan al dat heerlijke, waaraan we zeker deel zullen krijgen, omdat we namelijk continu deze God welgevallige droefheid in ons hart dragen.
Die droefheid werkt als een magneet die de schatten van Gods koninkrijk neertrekt naar ons toe, tot in het diepst van ons hart. Zo worden wij hier in vreemdelingschap innerlijk veranderd. Geprezen zij God!
We moeten oogsten wat we zaaien
Maar evenzeer als dit treuren, dit edele verdriet en die ontevredenheid over onszelf God welgevallig is en door Hem op prijs wordt gesteld, zo hevig is God vertoornd als wij over anderen ontevreden zijn en jammeren en klagen en verdriet van hen hebben, in plaats van erover te treuren dat wijzelf hen moeilijk kunnen verdragen en blijven liefhebben enzovoort.
Hen oordelen en bekritiseren in plaats van onszelf te oordelen hoort bij het ergste waar mensen mee bezig kunnen zijn. Het kan zelfs zo erg zijn dat ze God zelf gaan oordelen en bekritiseren door ontevredenheid over zijn leiding! Dan realiseren ze zich zeker niet wat ze eigenlijk aan het doen zijn?!
Stel je toch voor: alles en iedereen maar beoordelen tot en met God zelf, en niet jezelf oordelen!
Alles verloopt precies volgens de wetten van de Geest des levens. Wat we zaaien, moeten we oogsten. Bijvoorbeeld: “Geef en u zal gegeven worden.” Lukas 6:38. “Wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden” of hij wil of niet. Matteüs 23:12. “Wie treurt zal vertroost worden.” Matteüs 5;4. “Wie hongert en dorst naar gerechtigheid [om zelf in elk opzicht te doen wat recht en goed is] zal verzadigd worden.” Matteüs 5:6.
En dat is zó zeker, zó zeker, zó zeker! Ja, zó zeker dat het niet alleen kán gebeuren en ook niet alleen maar gebeurt, maar er valt gewoon niet aan te ontkomen!
Dit artikel is uit het Noors vertaald en is eerder gepubliceerd in het maandblad van BCC Skjulte Skatter (Verborgen Schatten) in februari 1985.
© Stiftelsen Skjulte Skatters Forlag | ActiveChristianity
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.