Wat voor gelovige ben jij?
Er zijn ongelovigen, schijngelovigen en ware gelovigen. Waar hoor jij bij?
Ik hoorde eens iemand zeggen dat er verschillende soorten mensen binnen een christelijke gemeente zijn: de ongelovigen, de schijngelovigen en de ware gelovigen. Dat lijkt vreemd als je het voor het eerst hoort, maar als je hier dieper over nadenkt, en leest in 1 Korintiërs 10:1-13, wordt het helemaal duidelijk. In dat voorbeeld waren ze allemaal onder de zegen en wonderen, en dronken “…allen dezelfde geestelijke drank uit een geestelijke rots, welke met hen medeging, en die rots was Christus.” (vers 4) en toch was God niet tevreden over de meesten van hen!
Toen Paulus de verschillende overtredingen benoemde, in 1 Korintiërs 10, werd de volgende zin vaak herhaald: “…zoals sommigen van hen deden.”
Dan rijst de vraag: wat voor gelovige ben ik? Behoor ik bij de “sommigen” die hier worden genoemd? Ben ik soms innerlijk verdeeld, dubbelhartig?
“Stelt uzelf op de proef, of gij wel in het geloof zijt, onderzoekt uzelf,” schrijft Paulus in 2 Korintiërs 13:5. Het is goed om dat altijd te doen! Dan krijgen we misschien gelegenheid om belangrijke veranderingen in ons leven door te voeren, om zo het meest mogelijke uit onze tijd op aarde te halen, en niet meegesleept te worden met verkeerde mensen.
Wees niet ongelovig
Ongeloof is het gebrek aan geloof, weigeren om Gods woord aan te nemen zoals het geschreven staat. Kijk bijvoorbeeld naar de woorden van Petrus: “Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht; door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst.” 2 Petrus 1:3-4.
Bedenk dat Jezus door zijn goddelijke macht ons een mogelijkheid heeft gegeven om deel te krijgen aan goddelijke natuur! Realiseren we ons de grootste en dierbaarste beloften die ons zijn gegeven om dit land in te nemen? Onze menselijke natuur, die zo voorspelbaar is in zijn reacties op de vele problemen van het leven, kan veranderen in goddelijke natuur. Wat doet dit met ons? Twijfelen we of het wel zo voor ons kan zijn, persoonlijk? Of geloven we het, en doen we ernaar? Als wij genoeg hebben van het feit dat onze natuur zoveel ellende in onze omstandigheden veroorzaakt, en zoveel verdriet meebrengt voor met wie we te maken hebben, dan hebben we deze hoop!
Laat geen ongeloof of twijfel ons weerhouden te wonen in het land van Gods natuur – een land vol van blijdschap en vrede, een bevredigend leven in overvloed die overstroomt van broederliefde – “…die blijkens de kracht, welke in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen.” Efeziërs 3:20
Ongeloof loont niet en is zondig. Jezus gaf Thomas een simpel gebod toen hij bij Jezus kwam om zijn wonden te laten zien: “Wees niet ongelovig, maar gelovig!” Johannes 20:27
“Pas op voor de zuurdesem van de Farizeeën!”
Schijngelovig zijn werkt al evenmin; het is verschrikkelijk! Jezus waarschuwt hier sterk tegen: “Ziet toe en wacht u voor de zuurdesem der Farizeeën en Sadduceeën.” Mattheüs 16:6. Het is makkelijk om weg te zakken in huichelarij in onze ijver. Deze huichelarij is besmettelijk en kan een hele groep mensen beïnvloeden.
Hoe kunnen we hierop alert zijn? Door te geloven en dit woord te doen: “Legt dan af alle kwaadwilligheid, alle bedrog, huichelarij, afgunst en alle kwaadsprekerij, en verlangt als pasgeboren kinderen naar de redelijke, onvervalste melk, opdat gij daardoor moogt opwassen tot zaligheid.” 1 Petrus 2:1-2. Door af te rekenen met alle neigingen om te doen alsof, om door anderen gezien en geëerd te willen worden, zoals de Farizeeërs deden, en ons anders voor te doen dan wie we zijn, en zoveel andere schijnheilige gewoonten die we hebben geleerd. In plaats hiervan doen we wat geschreven staat in Kolossenzen 3:22-23 en dienen “…niet als mensenbehagers om hen naar de ogen te zien, maar met eenvoud des harten in de vreze des Heren.”
Wees een ware gelovige
De uitdaging is om een ware gelovige te zijn, en God op zijn woord te geloven. Hierdoor opent zich een hele wereld van spannende en fantastische terreinen. “Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd…” Johannes 1:14. Denk wat een eenvoudig geloof kan bereiken!
Het is een groot werk te geloven op een eenvoudige, kinderlijke wijze! In alle omstandigheden van het leven, speciaal als we geconfronteerd worden met onze eigen twijfel, geklaag of ongeloof, hebben we de neiging om naar ons eigen gevoel en menselijk verstand te handelen. Ook de discipelen riepen: “Here, geef ons meer geloof!” toen zij uitgedaagd werden tot meer vrijgevigheid. (Lucas 17:5). We moeten hard strijden om te geloven, en altijd alert zijn tegen alles wat in ons roept: “Deze rede is hard; wie kan haar aanhoren?” Johannes 6:60.
In plaats van twijfel of hypocriete schijn, die nergens toe leidt, zorg ervoor dat je wordt gevuld met Jozua’s en Kalebs geest, die ware gelovigen waren en beloond werden met een erfdeel in het beloofde land, zowel voor henzelf als voor hun familie.
Jij kan ook bidden om diezelfde, krachtige geloofsgeest te krijgen!
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.