Waarom zou ik iemand vergeven die geen spijt heeft?
Het is al moeilijk genoeg om iemand te vergeven die zijn excuses aanbiedt…
Het is al moeilijk genoeg om iemand te vergeven die zijn excuses aanbiedt.
De hatelijke of ondoordachte dingen die sommige mensen zeggen of doen kunnen telkens opnieuw in mijn gedachten komen als ik me moe voel, of neerslachtig, of zelfmedelijden heb. En toch, als ze sorry zeggen weet ik dat ik ze zou moeten vergeven, want ik kan het waarderen dat ze zichzelf hebben vernederd. En belangrijker, omdat Jezus het zei: “En zelfs indien hij zevenmaal per dag tegen u zondigt en zevenmaal tot u terugkomt en zegt: Ik heb berouw, zult gij het hem vergeven.” Lucas 17:4.
Maar, wat als ze niet eens in de gaten hebben dat ze iets verkeerds hebben gezegd of gedaan? Of wat als ze het weten, maar het ze niets kan schelen? Misschien kan ik het net opbrengen om mensen te vergeven die hun excuses aanbieden, maar mijn menselijke gedachtegang zegt me dat mensen die geen vergeving willen, ook geen vergeving verdienen.
Toch zijn er zes hele goede redenen om mensen te vergeven die geen spijt tonen.
1. God zegt dat ik het moet doen.
In 1 Petrus 3:8-9 lees ik: “Weest allen eensgezind, medelijdend, hebt de broeders lief, weest barmhartig en ootmoedig, en vergeldt geen kwaad met kwaad of laster met laster, maar zegent integendeel, wijl gij hiertoe geroepen zijt, dat gij zegen zoudt beërven.”
Mijn vergeving is er niet afhankelijk van of anderen spijt hebben of niet. God vraagt me nog steeds om te vergeven. Dit is een gebod. En bovendien, als ik niet vergeef dan kan God mij niet vergeven, zelfs niet als ik berouw toon. “Maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven.” Matteus 6:15. Het is echt zo ernstig.
2. Jezus gaf mij het voorbeeld toen Hij stierf aan het kruis.
Een van de laatste dingen die Jezus deed toen Hij op aarde leefde was het vergeven van de mensen die Hem vermoordden: “Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.” Lucas 23:34.
En wij zijn geroepen om zoals Hem te zijn. Discipelen maken hier ernst mee.
3. Zodat mijn leven niet wordt beheerst door bitterheid en wrok.
Hoe kan ik het goede doen als mijn gedachten vol wrok zijn? God kan me dan niet gebruiken. God kan me zo niet zegenen. Wrok verzuurt mijn gedachten en mijn geest. Het maakt me onrein. Deze situatie is volledig mijn verantwoordelijkheid, en is niet de verantwoordelijkheid van de persoon die me iets heeft aangedaan. “Jaagt naar vrede met allen en naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien. Ziet daarbij toe, dat niemand verachtere van de genade Gods, dat er geen bittere wortel opschiete en verwarring stichte, en daardoor zeer velen zouden besmet worden.” Hebreeën 12:14-15.
4. Vergeving geeft me kracht in mijn geest.
In Timoteüs 6:11 staat: “Gij daarentegen … ontvlucht deze dingen, doch jaag naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtzinnigheid.”
Als ik dit doe, dan oefen ik mijn zintuigen om onderscheid te maken tussen goed en kwaad (Hebreeën 5:12-14). Zo leer ik. Ik kom in situaties en pak Gods Woord erbij om te onderzoeken hoe ik moet reageren, want mijn eigen idee en gevoel over wat goed is, is verkeerd. Het is verkeerd omdat mijn hele menselijke natuur is besmet door de zonde die meekwam met de zondeval. Soms is het zo subtiel dat ik het nauwelijks opmerk. Maar het is er, en ik moet het proces doorgaan om het te zoeken, te herkennen en af te wijzen. Deze manier van leven geeft me kracht is en is een triomf van het goede over het kwade, van het toepassen van Gods Woord in plaats van het leven naar mijn menselijke redeneringen. (2 Korinthiërs 2:14)
5. De meeste mensen hebben geen besef van waar ze mee bezig zijn.
Als de mensen zouden begrijpen dat wat ze doen en zeggen tegen anderen hun relatie met God beïnvloedt, en dat het hun eeuwige geluk bepaalt, dan zouden ze over het algemeen wel hun best doen om betere, vriendelijkere en liefdevollere mensen te worden. Ze zouden God om hulp vragen om hun leven te beteren. Maar de meeste mensen hebben niet zo’n relatie met God en ze hebben slechts hun nabije toekomst voor ogen, niet de eeuwigheid. Ik moet ze vergeven, want zoals Jezus zei, ze weten niet wat ze doen…
6. Omdat ik ook schuldig ben.
Ik ben een mens met het vermogen om anderen te beledigen en te kwetsen. Als ik niet opzettelijk iets heb gedaan of gezegd dat kwetsend was, dan heb ik een goed geweten, maar dat neemt niet weg dat ik toch iemand van streek heb gemaakt door iets dat ik onbedoeld zei (of niet zei). Ik heb geen weet van wat anderen van mij denken, hoe ik anderen heb geraakt, of welke fouten ik onbewust heb begaan. Jezus zei: “Wie van u zonder zonde is, werpe het eerst een steen …” Johannes 8:7.
Ik moet niet de mensen die mij geen excuses aanbieden bekritiseren of het ze kwalijk te nemen, aangezien ik weet dat ik ook zeker dingen heb gedaan waarvoor ik mijn excuses zou moeten aanbieden. Jezus roept ons op om onszelf te oordelen, om onze motieven en de schuilhoeken van ons hart te onderzoeken. Wanneer ik dat doe, besef ik hoe ikzelf Gods vergeving nodig heb, en ook de vergeving van andere mensen. Ik ben niet zo onschuldig als ik denk.
En nee, het is niet makkelijk om te vergeven. Maar hoe meer ik luister naar God en lees wat Hij zegt, hoe meer ik begrijp hoe ik op een goddelijke manier kan reageren; het wordt makkelijker. Ik verlies langzamerhand mijn “menselijke” perspectief over wat goed en fout is, en kom binnen in Gods manier van denken, wat leidt tot een leven gevuld met warmte en kracht. Ik hoef het recht niet in eigen handen te nemen, dat kan ik aan God overlaten.
En als ik het aan God overlaat, ervaar ik een volmaakte rust.
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.