Waarom moest Jezus sterven aan het kruis?
Waarin verschilden de kruisiging en het offer van Jezus van het offer en de vergeving in het Oude Testament?
God is de bron van het leven; Hij is licht, en in Hem is absoluut geen duisternis. (1 Johannes 1:5) Gods tegenpool is Satan, wiens rijk bestaat uit zonde en duisternis. Vanaf het begin heeft God duidelijk gemaakt dat de zonde tot de dood leidt. (Genesis 2:17; Romeinen 6:23)
Zonde scheidt ons van God
Toen Satan met zijn listen Eva wist te misleiden, en vervolgens Adam tot ongehoorzaamheid verleidde, kwam de zonde in hun natuur. Deze zonde kwam tussen hen en God als een sluier, die hen scheidde van de bron van het leven. Geestelijk gesproken waren zij dood in hun overtredingen en zonden. (Efeziërs 2:1) De zonde was de wereld binnengedrongen, die daardoor vervloekt was, en alle levende schepselen moesten ook een fysieke dood sterven.
De zonde die in Adam en Eva's natuur was binnengekomen werd doorgegeven aan al hun nakomelingen. Deze "zonde in het vlees” is geen schuld voor begane zonden, maar een sterke neiging om onze eigen wil te doen in plaats van die van God. Als we toegeven aan deze neiging, bijvoorbeeld als we worden verzocht, zondigen we. Om Zijn volk te helpen om op het rechte pad te blijven gaf God wetten die Zijn wil voor hen duidelijk maakten.
Helaas waren mensen enorm zwak en werkelijk niemand was in staat rein te blijven van de zonde. In feite zondigden zelfs de allerbesten van hen dagelijks in gedachten, woorden en daden. Met andere woorden, alle mensen waren schuldig, en Satan kon dit als een aanklacht tegen hen gebruiken en eisen dat zij zouden sterven. (Romeinen 5:12) In de tempel, het symbolische huis van God op aarde, hing een groot, zwaar voorhangsel voor het Heilige der Heiligen, als symbool voor de zonde in het vlees die de mens van God scheidde. Iedereen die dit voorhangsel passeerde zou onmiddellijk sterven, omdat er geen zonde in de aanwezigheid van God kon bestaan.
Vergeving door offers
God, in zijn lankmoedigheid, gaf de mensen een kans: door een dier zonder gebrek te offeren, kon het volk vergeving krijgen. Eenmaal per jaar kon de hogepriester het Allerheiligste binnengaan, het bloed van het offer dragend, en verzoening verkrijgen voor het volk. Door het vergieten van het bloed van een onschuldig offer, kon de schuld van de zonde betaald worden. (Leviticus 17:11; Hebreeën 9:22)
Het bloed van dieren kon echter niet de kern van het probleem wegnemen, namelijk de zonde in de menselijke natuur. Nadat hun zonden waren vergeven gingen de mensen door met zondigen, wat inhield dat ze opnieuw moesten terugkomen om te offeren, jaar na jaar. Zelfs de hogepriester kon hen niet helpen; hij was zelf een zondaar, en het offer was net zo goed voor hem als voor de overige mensen. (Hebreeën 10:1-4)
God haatte deze verschrikkelijke toestand. Hij verlangde ernaar gemeenschap te hebben met de mensen en hen te redden. Hij zocht naar iemand die de mensen kon bevrijden uit de vicieuze cirkel van zondigen en vergeving. Maar ondanks het feit dat er in de geschiedenis rechtvaardige, Godvrezende mensen waren, was niet een van hen onberispelijk, en geen van hen kon de kloof tussen God en de mensen dichten. Daarom zond God Zijn eigen Zoon om dit grootste werk in de geschiedenis uit te voeren. (Ezechiël 22:30; Jesaja 41:28; Jesaja 60:16; Jesaja 63:5; Johannes 3:16-17)
Jezus: een mens in elk opzicht
Jezus was de Zoon van God, maar Hij “ontledigde Zichzelf” vrijwillig en werd de “Mensenzoon” - een mens in elk opzicht, met dezelfde menselijke natuur als ieder van ons. Dit betekende dat Jezus precies als wij werd verzocht. Maar Jezus was ook verwekt door de Heilige Geest, en deze Geest vergezelde Hem Zijn hele leven en gaf Hem de kracht om de taak waarvoor Hij was gezonden te volbrengen. (Lukas 1:30-35; Filippenzen 2:5-8; Jesaja 61:1-3)
“En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood.” Filippenzen 2:8. Het was als mens dat Jezus gehoorzaamheid moest leren, want als mens had Hij zijn eigen wil, of zonde in het vlees, en werd Hij verzocht. Daar leerde Hij Zichzelf te verloochenen, "dagelijks Zijn kruis op te nemen" en die zonde te doden. Het resultaat was dat Hij nooit zondigde en zonder zonde was. (Hebreeën 2:18; Hebreeën 4:15; Hebreeën 5:7-8)
Toen Jezus zich uitsprak tegen de zonde en tegen de hypocrisie van de religieuze leiders van die tijd, sprak Hij met autoriteit en overtuiging. Maar omdat de dood over de zonde in Zijn innerlijke mens plaats vond, onzichtbaar voor mensen, werd Hij door bijna al Zijn tijdgenoten verkeerd begrepen. Zelfs zo erg, dat Hij uiteindelijk werd gearresteerd en gekruisigd. Deze reine, rechtvaardige, onberispelijke man stierf als een misdadiger, gestraft voor zonden die Hij nooit had begaan. Waarom?
Verzoening – en een weg om te volgen
Omdat Hij onberispelijk was, de enige mens in de gehele geschiedenis die helemaal rein en zonder zonde is gebleven, kon alleen Jezus de kloof tussen God en de mensen. Hij was de enige op wie Satan geen aanspraak kon maken. Hij was de enige die de dood niet had verdiend, niet lichamelijk en niet geestelijk. Maar Jezus gaf zichzelf als vrijwillig offer en vervulde daarmee het doel waarvoor Hij op aarde was gekomen. Hij werd gekruisigd als het ultieme, onberispelijke Lam van God, de verzoening voor de gehele mensheid. Hij droeg de straf voor al onze zonden, en stierf als rechtvaardige voor onrechtvaardigen. (Romeinen 5:10; 2 Corinthiërs 5:21, 1 Petrus 3:18) Hij stierf niet alleen een lichamelijk dood, maar ervoer ook een scheiding van God toen Hij aan het kruis hing. (Mattheus 27:46; Markus 15:34) Door dit offer kan iedereen die in Hem gelooft vergeving krijgen.
De dood van Jezus aan het kruis op Golgotha, hoewel absoluut een van de meest gedenkwaardige en krachtigste gebeurtenissen ooit op aarde, is eigenlijk maar een deel van het christelijke verhaal. Door de kracht van de Geest die vanaf Zijn geboorte bij Hem was, had Jezus "geleden in het vlees" door het te verloochenen en niet toe te geven aan de neiging tot zonde die Hij had in Zijn natuur als mens. Op deze wijze werd de zonde in Zijn vlees veroordeeld en "bracht Hij dit ter dood", door het “kruisigen" van de begeerten en verlangens. Dus hoewel Hij verzocht werd, heeft Hij nooit gezondigd. (Hebreeën 2:18; Hebreeën 4:16)
Toen Jezus stierf aan het kruis, riep Hij uit: "Het is volbracht!” Op dat moment was ook het laatste restje van de zonde die Hij in zijn menselijke natuur had geërfd gekruisigd, en Zijn taak op aarde was volbracht. Op het moment dat Jezus stierf, scheurde het zware voorhangsel in de tempel van boven naar beneden. De schuld was betaald; de weg terug naar de Vader lag open.
Jezus’ overwinning over de zonde was ook een overwinning over de dood. Hij bleef niet in het graf, maar stond op uit de dood met een verheerlijkt lichaam, waarin de hele volheid van Gods eigen natuur aanwezig was. Veertig dagen later steeg Hij op naar de hemel, waar Hij nu zit aan de rechterhand van Zijn Vader. (Filippenzen 2:5-11; Colossenzen 2:9)
Jezus’ broeders!
Maar hoe verschilden de kruisiging en het offer van Jezus met het offer en de vergeving in het Oude Testament? Hoe neemt de dood van Jezus aan het kruis de zonde in ons vlees weg? Waarom worden we nog steeds verzocht? Dit is omdat vergeving alleen niet het uiteindelijke doel was van het leven van Jezus, en het is ook niet het uiteindelijke doel van een christen. In feite is vergeving alleen maar het begin. Jezus zelf heeft dit heel duidelijk aangegeven: “Hij zei tegen allen: Als iemand achter Mij wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis dagelijks opnemen en Mij volgen.” Lukas 9:23.
Jezus' doel was niet alleen om het verzoenend offer te zijn voor de zonden van de mensen. Hij wilde discipelen, mensen die Hem volgen. Wij kunnen Hem niet volgen in de dood aan het kruis op Golgotha, maar we kunnen wel dagelijks ons kruis opnemen!
Door Hem op deze weg te volgen, worden wij Zijn discipelen, en Hij zendt ons Zijn Heilige Geest om ons dezelfde kracht te geven die Hij had om de zonde te overwinnen. Ook wij lijden in het vlees, ook wij kruisigen het vlees met zijn lusten en begeerten, ook wij doden de "werkingen van het lichaam" door de Geest en ook wij houden op met zondigen, wij worden "leden van Zijn lichaam", wij worden Jezus' broeders, en wij krijgen deel aan goddelijke natuur! (1 Petrus 4:1-2; Galaten 5:24; Romeinen 8:13; 1 Korintiërs 12:12-14; Hebreeën 2:11; 2 Petrus 1:2-4)
Jezus' dood aan het kruis van Golgotha was het hoogtepunt van Zijn ongelooflijke liefdewerk voor ons mensen. Door Zijn dood verzoende Hij hen die in Hem geloven met God, en door Zijn leven opende Hij een weg terug naar de Vader voor hen die Hem volgen. Door de zonde te doden heeft Jezus de dood overwonnen. (Hebreeën 2:14-15) Door zijn leven gaf Hij ons leven. Moge Zijn offer niet tevergeefs zijn - moge Hij vele discipelen hebben, waarvoor Hij zich niet schaamt hen broeders te noemen!
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.