Waarom kan evangelie van Jezus het beste worden omschreven als “de weg”?
Het feit dat het evangelie wordt omschreven als een “weg” geeft aan dat het niet passief is.
Als je een artikel of een boek schrijft zet je er een titel boven, en daarin wordt de gehele inhoud van het artikel of het boek weergegeven. De titel geeft weer waar het over gaat.
Een omschrijving van het evangelie
Als we in het kort de inhoud van het evangelie van Jezus willen weergeven, kunnen we dat met allerlei woorden doen. Het is bijzonder interessant om te zien dat in die eerste tijd het heel gebruikelijk was om het evangelie te omschrijven als een “weg”.
“Deze liep Paulus en ons achterna, luid roepende: Deze mensen zijn dienstknechten van de allerhoogste God, die u de weg tot behoudenis boodschappen.” Handelingen 16:17. Deze vrouw had een waarzeggende geest. Die geest wist de waarheid en drukte die uit met de woorden: “de weg tot behoudenis”. En als ze wilden weergeven waarover Apollos was ingelicht, zeiden ze: “omtrent de weg des Heren”. Handelingen 18:25.
“Maar toen sommigen verhard en ongehoorzaam bleven en ten aanhoren van de menigte kwaad bleven spreken van de weg, maakte hij zich van hen los.” Handelingen 19:9. “En omstreeks dat tijdstip ontstond er geen geringe opschudding inzake de weg.” Handelingen 19:23. “En ik heb deze weg ten dode toe vervolgd.” Handelingen 22:4. “Maar dit erken ik voor u, dat ik naar die weg, die zij een sekte noemen, inderdaad de God der vaderen vereer.” Handelingen 24:14. “Maar Felix, die zeer goed van de weg op de hoogte was, verdaagde hun zaak.” Handelingen 24:22.
Met “een weg tot behoudenis” is de boodschap raak uitgedrukt. In het oude verbond was er eigenlijk geen weg. Men offerde en zondigde, offerde en zondigde, en kwam niet verder. (Hebreeën 10:1-4) Wat Jezus gedaan heeft, kan men in een paar woorden uitdrukken: Hij heeft een weg ingewijd.
“Daar wij dan broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is zijn vlees …” Hebreeën 10:19-20.
Jezus zelf heeft gezegd, dat de weg die ten leven leidt, smal is. Christenen denken over het algemeen niet aan een weg, maar aan ervaringen, zegen en verzoening. Daarom is er geen ontwikkeling, geen voortgang of groei.
Verdwaald in het oerwoud
Jezus heeft ons een nieuwe weg ingewijd. Van de enorme betekenis daarvan kunnen we enigszins een indruk krijgen, als we ons voorstellen dat we midden in een oerwoud zijn en daaruit geen weg weten. Als er meer mensen bij elkaar zijn, is er altijd onenigheid over welke kant zij op moeten, over de manier van werken en over wie de leider moet zijn. Maar als één van de mensen in het oerwoud de weg vindt, dan roept hij dat uit en iedereen krijgt hoop. Dan is het afgelopen met twijfel en geharrewar.
Paulus zegt: “Want ik weet dat in mij, dat wil zeggen in mijn vlees, geen goed woont.” Romeinen 7:18. Ons vlees kan worden vergeleken met één geweldig oerwoud, en Paulus schrijft: “Want toen wij in het vlees waren, werkten de zondige hartstochten, die door de wet geprikkeld worden, in onze leden, om voor de dood vrucht te dragen.” Romeinen 7:5. Maar weinig mensen hebben de weg uit dit oerwoud gevonden. Jakobus vraagt of we niet weten waaruit het strijden en vechten voortkomt en hij zegt: “Is het niet hieruit: uit uw hartstochten, die in uw leden zich ten strijde toerusten?” Jakobus 4:1-3.
Ja, wat hebben de christenen alle jaren door hun best gedaan en getracht uit dit oerwoud van hartstochten, scheuringen en tumult vandaan te komen! Zij hebben gelezen hoe Jezus gebeden heeft, dat allen die in Hem geloven, één zullen zijn zoals de Vader en de Zoon één zijn. Er is veel over eenheid gesproken. Men heeft het geprobeerd door gemeenschappelijke organisaties en door tolerant te zijn, maar het is er niet beter op geworden.
Israël heeft de wet ontvangen als een hulp in dit oerwoud. Die werd tot een enorme hulp om de wilde dieren op afstand te houden: de zonde af te remmen. De wet kon de zonde bestraffen als het tot een daad was gekomen, maar men kon niet door de wet de rust [van zonde] ingaan. Tegenover het vlees was de wet machteloos.
Maar “wat de wet niet vermocht, omdat zij zwak was door het vlees – God heeft door zijn eigen Zoon te zenden in een vlees, aan dat der zonde gelijk, en wel om de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees.” Romeinen 8:3.Pas toen hebben de mensen werkelijk hulp in het oerwoud gekregen. God heeft zijn Zoon het oerwoud uitgeleid, en Hij is gehoorzaam geweest. Daarom staat er over wat Jezus geleerd heeft tijdens zijn dagen in het vlees: “En hoewel Hij de Zoon was, heeft Hij de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden.” Hebreeën 5:7-9.
De gelovigen wachten gewoonlijk op een zegen, iets wonderbaarlijks dat over hen moet komen, om het oerwoud uit te kunnen komen. Zij wachten op een geestvervoering zoals Filippus meemaakte. (Handelingen 8:39) Maar we moeten de weg gaan zoals Jezus heeft gezegd: Elke dag ons kruis opnemen en onszelf verloochenen, en ons wapenen met dezelfde gedachte, dat “wie naar het vlees geleden heeft, onttrokken is aan de zonde.” 1 Petrus 4:1-2.
Een uitweg vinden
Jezus is de weg niet voor ons gegaan, maar heeft die voor ons ingewijd. Jezus heeft zichzelf geofferd in de kracht van een eeuwige Geest. Met dezelfde Geest zijn de 120 in de bovenzaal gedoopt, en we worden door dezelfde Geest tot één lichaam gedoopt. (Handelingen 2:1-4, 1 Korintiërs 12:13) Door deze Geest kunnen we de werkingen des lichaams doden. Doden! We kunnen het vlees met zijn hartstochten en begeerten kruisigen. Dan komt er rust. Dit wordt de dood van Jezus genoemd, die we te allen tijde in het lichaam omdragen. Deze dood maakt een einde aan de zonde in het vlees (de dieren in het oerwoud) en in ons lichaam worden de deugden van Christus geopenbaard. (2 Korintiërs 4:10)
Dan hebben we de weg uit het oerwoud gevonden. De eerste christenen waren zó geestdriftig over deze nieuwe en levende weg en spraken er zoveel over, dat ze de boodschap met alleen maar deze woorden uitdrukten: “de weg des Heren”, “de weg tot behoudenis” of “de weg Gods”. Op deze weg moet je door de Geest geleid worden. Dat gaat niet zonder gehoorzaamheid.
Het is werkelijk een koninklijk leven: met een sterfelijk vlees waarin geen goed woont, en dan te leven zoals Jezus, temidden van goddeloze mensen. Dat heeft Jezus gedaan, en Hij heeft ons de belofte gegeven: “Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon.” Openbaringen 3:21.
Dit artikel is een geredigeerde versie van het artikel “De Weg”, eerder gepubliceerd in het maandblad van BCC “Skulte Skatter” (“Verborgen Schatten”) in Maart, 1961.
© Copyright Stiftelsen Skjulte Skatters Forlag
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.