Waar heeft God zijn woonplaats op aarde?

Waar heeft God zijn woonplaats op aarde?

God wil wonen in de harten van de mensen waar Hij zijn werk kan doen.

6 min. ·

God wil contact met de mensen

“Maar zou God werkelijk op de aarde wonen?” Zo luidde de vraag van koning Salomo in 1 Koningen 8:27. Verder zegt hij: “Zie, de hemel, ja, de allerhoogste hemel, kan U niet bevatten, hoeveel te min dit huis dat ik gebouwd heb!” 

God heeft de mens naar zijn beeld geschapen, zodat Hij een relatie met hen kon hebben hier op de aarde. Maar de mensen verbraken de verbinding met God door te zondigen en werden verstoten van zijn aangezicht.

Maar God hield van de mensen en liet door Mozes een tabernakel bouwen, van waaruit Hij de mensen kon leiden door middel van zijn heilige wetten en geboden. De verschillende voorwerpen in de tabernakel waren gemaakt van puur goud. Zo ook het verzoendeksel en de beide cherubs die het verzoendeksel beschutten. Tussen de beide cherubs op het verzoendek­sel sprak God met Aäron over alles wat hij tegen de Israëlieten moest zeggen. (Exodus 25:22.) Daarbij was Aäron gekleed in heilige rei­ne klederen. (Exodus 28.)  In die reinheid en hei­ligheid kon God verbinding hebben met de aarde. Vanuit de tabernakel vloeide er een stroom van zegen en heerlijkheid naar allen, die hun leven hadden ingericht naar wat God gezegd had.

Een woonplaats voor God op aarde: ons hart

Maar God wilde niet wonen in huizen die men met handen maakt. Hij wilde zijn woonplaats in mensenharten hebben, waarin Hij zijn werk zou kunnen uitvoeren. “Want zo zegt de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont en Wiens Naam heilig is: Ik woon in de hoge hemel en in het heilige, en bij de verbrijzelde en nederige van geest, om levend te maken de geest van de nederigen, en om levend te maken het hart van de verbrijzelden.” Jesaja 57:15. Alleen in zulke harten wil God woning maken en zijn kostbare werk ten uitvoer brengen.

“Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont?” 1 Korinthe 3:16. Wat een veiligheid, kracht en vreug­de is het om die zekerheid te kennen, en te weten dat ons hart een woonstede is van al wat goed en edel is! De meeste harten zijn een woonplaats voor al wat slecht en onrein is.

“Jezus antwoordde en zei tegen hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen.” Johannes 14:23. We zien, dat zij alleen op voorwaarde van een diepe en innige liefdesrelatie in ons hart willen wonen. Zijn zij in ons komen wonen, dan zal er een stroom van zegen van ons leven uitgaan.

“Aan hen heeft God willen bekendmaken wat de rijkdom is van de heerlijkheid van dit geheimenis onder de heidenen: Christus onder u, de hoop op de heerlijkheid.” Kolosse 1:27. (Duitse vert.: ”Christus in u!”)

Dit is alle eeuwen door een groot geheimenis geweest. Gewoon­lijk vragen mensen Jezus om vergeving van zonden. Er zijn echter maar weinig die Jezus als een altijd blijvende kracht en heer­lijkheid in zich hebben wonen.  Opdat Hij u geeft, naar de rijkdom van Zijn heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door Zijn Geest in de innerlijke mens, opdat Christus door het geloof in uw harten woont en u in de liefde geworteld en gefundeerd ben.” Efeze 3:16-17.

God in ons hart door geloof

De gerechtigheid echter die uit het geloof is, spreekt aldus: Zeg niet in uw hart: Wie zal naar de hemel opklimmen? Dat is Christus naar beneden brengen. Of: Wie zal in de afgrond neerdalen? Dat is Christus uit de doden naar boven brengen. Maar wat zegt zij? Dicht bij u is het Woord, in uw mond en in uw hart. Dit is het Woord van het geloof, dat wij prediken.” Romeinen 10:6-8.

Voor de meesten is Christus hoog verheven en ver weg, maar door het geloof kunnen wij Hem in ons hart krijgen. Hij spreekt door zijn Geest tot ons en maakt zijn woord voor ons levend en heerlijk. Dan is het niet een moeten en zullen, maar dan horen wij bij de uitverkorenen die naar zijn woord mogen leven. Naar de rijkdom van zijn heerlijkheid versterkt Hij ons met kracht door zijn Geest in de inwendige mens, zodat het volledig mogelijk is zijn wil met blijdschap te doen. Hij vervult ons met alle welgevallen in het goede en zijn volheid maakt hoe langer hoe meer woning in ons.

Een woonplaats voor God op twee benen

“Zo bent u… gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is, en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een heilige tempel in de Heere; op Wie ook u mede gebouwd wordt tot een woning van God, in de Geest.” Efeze 2:20-22.

Wij worden van die kleine Godshuizen op twee benen, die bezig zijn in deze slechte duistere wereld het licht, het leven en het wezen van God te openbaren. Jezus zelf is de hoeksteen die de richtlijn heeft uitgezet voor dit heerlijke, eeuwigdurende bouwwerk. Die richtlijn is jezelf verloochenen en bij alle dingen zeggen: “Zie, hier ben ik om uw wil te doen!” (Lukas 9:23 en Hebreeën 10:9).

In deze geest worden wij met de apostelen en profeten en al de heiligen samengevoegd tot een tempel, heilig in de Here. In dit bouwwerk zijn allen vast aaneengesloten, één van zin en één van gevoelen. (1 Korinthe 1:8-10.) Dat is niet iets wat pas later komt, maar zo wordt het hier op aarde al. Het komt in dit bouwwerk niet voor, dat mensen elkaars tegenstanders zijn. Als de bazuin klinkt, is het huis af. Al die kleine huizen op twee benen worden bijeengevoegd en opgenomen als een eeuwige, heerlijke tempel. Dus: “Bescherm je hart boven alles wat te behoeden is!” Spreuken 4:23.

Aarzel niet de prijs: “Alles opgeven!” te betalen, om een levende steen te zijn in dit gebouw!

Dit artikel is vertaald uit het Noors en is eerder gepubliceerd met de titel “Zou God waarlijk op aarde wonen?” in het maandblad van BCC Skjulte Skatter (Verborgen Schatten) in juli 1971.
© Copyright Stiftelsen Skjulte Skatters Forlag

 

Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.