Toekomstplannen
“Hoe zie jij de toekomst? Heb jij een plan voor je leven?” Zij en ik zitten bij een café. Ik aarzel met mijn antwoord.
"Hoe zie jij de toekomst? Heb jij een plan voor je leven?"
Zij en ik zitten bij een café. Ik aarzel met mijn antwoord.
Aan de overkant van de straat zit een oude, verlopen man op de stoep voor een bakkerswinkel. Lege flesjes liggen om hem heen. Hij zit zo’n beetje voor zich uit te staren. Maar zij vervolgt: "We moeten toch nadenken over wat we willen bereiken. Eerst natuurlijk wat betreft onze carrière, maar ook privé …" – ze roert in haar kopje – "… en op een gegeven moment wil je ook kinderen."
Ze kijkt me uitdagend aan. "Heb jij dan geen plannen? Hoe ziet je leven er over tien jaar uit?"
Het is in Gods handen
Om tijd te winnen neem ik een hap van mijn gebakje. Dan begin ik: "Ik zou het wel leuk vinden een blik in de toekomst te kunnen nemen." Ze lacht geïnteresseerd. Hoe moet ik uitdrukken wat ik denk? Zal ze het kunnen begrijpen? Ik haal diep adem en zeg: "Ik heb wel wat plannen, maar ik wil in de eerste plaats vragen naar Gods wil voor mijn leven."
Eenvoudig op God vertrouwen
Mijn ogen dwalen weer even naar die oude man aan de overkant, maar intussen gaan mijn gedachten uit naar andere oude mensen die ik ken. Godvruchtige, gelukkige mensen vol wijsheid van God en met een inhoudrijk leven. "Het loopt niet verkeerd af," zeg ik met grote zekerheid. "Als ik zo eenvoudig op God vertrouw, laat Hij niet toe dat mensen naar mij kunnen wijzen en zeggen: “Ha ha, kijk nou eens hoe het met haar gaat, die zo op God vertrouwde!” Nee, God heeft alle macht in hemel en op aarde. Hij laat wie op Hem vertrouwt nooit vallen."
Het wordt heel stil. Ze kijkt me een beetje verbaasd aan. Maar ik denk wel dat ze heeft begrepen wat ik wilde zeggen.
Ik word van binnen intens dankbaar en blij, terwijl we daar zitten en verder praten over onze omstandigheden en dingen die ons interesseren. Blij dat ik kan vertrouwen op God, mijn levensverzekeraar en adviseur, en ook dat ik de kans kreeg haar daar iets over te vertellen.
Ik weet niet of zij zelf op God wil gaan vertrouwen, maar bij het afscheid omhelst ze me hartelijk en zegt: "Ik verheug me er nu al op over tien jaar te zien hoe het met je gaat!"
Als ik ’s avonds mijn bijbel opensla valt mijn oog op Jeremia 29:11: Want Ik weet welke gedachten Ik over u koester, luidt het woord des Heren, gedachten van vrede en niet van onheil, om u een hoopvolle toekomst te geven.
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.