Wil je gevuld worden met het koninkrijk van de hemel?
Het goede nieuws is dat degenen die honger hebben ZULLEN worden verzadigd!
“Zalig de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.” Mattheüs 5:3.
“Maar Hij antwoordde en zeide: Er staat geschreven: Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat.” Mattheus 4:4.
Ons lichaam wordt in stand gehouden met brood, met dat wat uit de aarde opgroeit, want het lichaam is uit de aarde geschapen. Maar onze geest heeft voeding nodig van God, want die komt van God. Mensen denken gewoonlijk alleen aan hun lichaam en verrijken zichzelf met wat het lichaam verlangt. Zo wordt hun geest verarmd. De meeste mensen begrijpen deze armoede niet. Ze worden rusteloos en jagen alleen naar afleiding.
Wie zijn de armen van geest?
Jezus' boodschap was: "Het koninkrijk der hemelen is nabij." Mattheüs 10:7. Onze geest kan alleen verzadigd worden met het koninkrijk van de hemel. Jezus kwam met rijkdom voor onze geest, daarom zei Hij “gezegend zijn de armen van geest, zij die treuren, zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden”. Hij zet een rijk gevulde dinertafel klaar voor onze geest. Degenen die niet tevredengesteld worden door zichtbare dingen, kunnen rijk worden in hun geest. Ze kunnen vervuld worden met het koninkrijk van de hemel en volmaakt worden, net zoals hun Vader in de hemel volmaakt is. Mattheüs 5:48.
Toen de discipelen van Johannes aan Jezus vroegen of Hij het was die komen zou, antwoordde Jezus dat het evangelie aan de armen wordt verkondigd. Mattheüs 11:5.
“En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke!” Johannes 7:37. Ze hadden alles wat het feest te bieden had al geproefd. Alles bestond uit zichtbare heerlijkheid en dode werken. Als er iemand aanwezig was die met dat alles niet tevreden was, maar armoede in zijn geest ervoer, dan kon zo iemand zijn dorst lessen bij Hem.
In de gelijkenis van het goede zaad en het onkruid zegt Jezus: “Het goede zaad, dat zijn de kinderen van het Koninkrijk, het onkruid zijn de kinderen van de boze.” Mattheüs 13:38. De zonen van het koninkrijk zijn degenen die niet tevreden kunnen zijn met aardse dingen. Ze hongeren naar gerechtigheid. Ze verlangen naar hemelse dingen, ze willen vervuld worden met het leven dat Jezus verkondigde in de Bergrede. Ze worden niet begrepen en zijn vreemdelingen in deze wereld. Zij hebben het goede getuigenis net zoals Jezus getuigde: “Mijn koninkrijk is niet van deze wereld.” Johannes 18:36. Wanneer deze bedeling voorbij is en Jezus Zijn koninkrijk vestigt, zullen de kinderen van de boze verzameld worden uit Zijn koninkrijk, en de rechtvaardigen zullen stralen als de zon in het koninkrijk van hun Vader. Mattheüs 13:41-43.
Dan zal hun verborgen leven met Christus in God openbaar worden. Colossenzen 3:1-4. Dan zal de rijkdom van het koninkrijk der hemelen, die zij in hun geest hebben, van hen afstralen.
Onze schat: het koninkrijk van de hemel!
We kunnen niet tegelijkertijd rijkdom voor het lichaam en voor de geest zoeken. Jezus leert ons dat niemand twee heren kan dienen, maar dat we eerst het koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid moeten zoeken, dan zullen we alles wat ons lichaam nodig heeft als toegift krijgen. Mattheüs 6:24-34.
We weten dat ons hart de basis is van ons gedachteleven. En ons hart is waar onze schat is. (Lucas 12:34.) Slechts weinig mensen achten het koninkrijk van de hemel zo hoog dat ze alles wat ze hebben met vreugde verkopen om die parel te kopen, alles prijsgeven om een discipel van Jezus te zijn. Wanneer het gesprek over aardse dingen gaat is duidelijk te merken dat mensen, ook die zichzelf gelovigen noemen, een rijk gedachteleven hebben. Dan wordt hun interesse gewekt. Maar als het gesprek over hemelse dingen gaat, het geestelijke, dan hebben ze een arm gedachteleven, en worden ze het gesprek gauw moe.
De Efeziërs hadden geloof gekregen in de Here Jezus en liefde voor alle heiligen, maar het ontbrak hen aan begrip hoe rijk de heerlijkheid is van zijn erfenis bij de heiligen, en zij beseften niet hoe overweldigend groot zijn kracht is aan hen die geloven. Daarom hield Paulus niet op voor hen te bidden dat God hun de Geest van wijsheid en openbaring zou geven om Hem echt te kennen. (Efeziërs 1:15-19.)
Je merkt datzelfde gebrek ook in onze tijd. Moge God ons allen krachtig vervullen met deze Geest van wijsheid en openbaring, zodat de interesse voor Gods koninkrijk onder ons veel groter zal worden.
Dit artikel is vertaald uit het Noors en is eerder gepubliceerd in het blad Skjulte Skatter (Verborgen Schatten) van BCC, in februari 1960 onder de titel “De armen van geest.”
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.