“Oordeel niet” – Hoe serieus neem je Jezus’ gebod?

“Oordeel niet” – Hoe serieus neem je Jezus’ gebod?

Alleen God is in staat om rechtvaardig te oordelen, en we moeten alle oordeel aan Hem overlaten!

5 min. ·

“Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt. Want met het oordeel waarmee u oordeelt, zult u zelf geoordeeld worden; en met welke maat u meet, zal er bij u ook gemeten worden”. Mattheüs 7:1-2.

Dit gebod van Jezus kan het grootste verschil maken voor je geestelijke ontwikkeling. Wil je dat het goed met je gaat? Wil je snel vooruitgang boeken op de weg? Besluit dan dat je dit gebod letterlijk opvolgt: “Oordeel niet!” Dit is een uiterst belangrijk gebod.

Waarom is het belangrijk om “niet te oordelen”?

Het lichaam van Christus bestaat uit veel verschillende leden, allerlei soorten mensen. God koos elk van die leden uit. Er staat geschreven in 1 Korintiërs 1:26-28: “Let namelijk op uw roeping, broeders, er zijn onder u niet veel wijzen naar het vlees, niet veel machtigen, niet veel aanzienlijken. Maar het dwaze van de wereld heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en het zwakke van de wereld heeft God uitverkoren om het sterke te beschamen. En het onaanzienlijke van de wereld en het verachte heeft God uitverkoren, en wat niets is, om wat iets is …”

De mensen zijn van nature niet groot en volmaakt en wijs. En bij het begin kunnen dingen nogal slecht zijn naar het vlees. Maar toch zijn zij volgens de Geest de kostbaarste mensen die op aarde te vinden zijn: degenen die door God zijn uitverkoren.

Het is dus van het grootste belang om gehoorzaam te zijn aan dat gebod, “Oordeel niet”. Jezus zei daar verder dat dezelfde maat die je gebruikt voor anderen voor jou zal worden gebruikt. Met andere woorden, als je maat – je tolerantie voor andere mensen, je lankmoedigheid, je geduld, je verdraagzaamheid voor hen, je liefde voor hen – erg gierig is, dan gaat God naar zijn magazijn en komt terug met een klein vingerhoedje als maat, en zoveel genade zal Hij over je uitgieten. Stel je voor! Maar als je niet oordeelt, maar in plaats daarvan zegent, en je bent geïnteresseerd in het helpen van mensen om vooruit te komen, dan zul je grote genade over je krijgen! Als je een grote kruik gebruikt om over anderen uit te gieten, zal God een grote kruik nemen en die over jou gieten.

Het gevaar van oordelen

Wat zo ontzettend gevaarlijk is aan oordelen, is dat je de onschuldigen vaak als schuldig kunt beoordelen. Omdat het niet zeker is dat hij het gedaan heeft. Je kunt je nu afvragen, hoe kan dat zo zijn als je hem iets zag doen? Je moet dan dit bedenken: we hebben allemaal een “huurder”; we hebben allemaal zonde in het vlees. En op die gebieden waar we geen licht hebben over die zonde in ons vlees, zal het naar buiten komen. Als je iemand anders iets ziet doen, kun je denken dat wat zij deden, volslagen duisternis is. En dan beoordeel je hem naar jouw licht. Maar het is niet zeker dat hij jouw licht heeft. Dat zou betekenen dat hij absoluut onschuldig is. En op dit punt maken veel mensen een vreselijke fout. Ze beoordelen de onschuldige als schuldig. Maar het is de “huurder”, de zonde in zijn vlees, die de fout maakte.

Paulus legt het zo uit: “Wat ik namelijk teweeg breng, doorzie ik niet, want niet wat ik wil, dat doe ik, maar wat ik haat, dat doe ik. En als ik dat doe wat ik niet wil, val ik de wet bij dat zij goed is. Nu ben ik het echter niet meer die dit teweegbrengt, maar de zonde die in mij woont.” Romeinen 7:15-17. Mensen halen de dingen hier door elkaar. Door de “huurder” kunnen mensen volledig onschuldig zijn, en daarom moeten we ons aan het gebod houden, “Oordeel niet”.

Het is God die oordeelt

Als mensen goddeloos zijn, dan zal God met hen afrekenen en hen openbaar maken. De Schrift zegt dat de goddelozen niet staande zullen blijven in het gericht en de zondaars niet in de gemeenschap van de rechtvaardigen. (Psalm 1:5.) Daar hoef je je geen  zorgen over te maken. Voor jezelf moet je er altijd van uitgaan dat hun bedoeling goed was. Dan zit je het dichtst bij de waarheid. Dan kun je doorgaan met goed te zijn voor de mensen. Als blijkt dat hun bedoelingen niet goed waren, zal God met zijn bezem er doorheen gaan. God zorgt daarvoor. En dan ben je zelf niet gevallen in oordeel, kritiek en wantrouwen. Je kan in de liefde blijven, alle dingen dulden, alle dingen geloven, alle dingen hopen en alle dingen verdragen. (1 Korintiërs 13:7.)

Iedereen moet zichzelf vernederen en het oordeel aan God overlaten. Dan zal het goed gaan. Dan zal er gemeenschap en eenheid en broederschap komen. Oordelen is een vreselijke zonde die van Satan zelf komt. Dus blijf er ver, ver vandaan. Jaag liever naar vrede en heiligmaking. Dan zul je zo dicht mogelijk bij God komen.

Jakobus 4:11-12: “Broeders, spreek geen kwaad van elkaar. Wie van zijn broeder kwaadspreekt en over zijn broeder oordeelt, spreekt kwaad over de wet en oordeelt de wet. Als u over de wet oordeelt, bent u geen dader van de wet , maar een rechter. Er is één Wetgever, Namelijk Hij die kan zalig maken en te gronde richten. Maar wie bent u, die over de ander oordeelt?

Dit artikel is gebaseerd op een toespraak van Kaare J. Smith op 11 juni 2020.

Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.