Leven is activiteit – zowel hier als in de eeuwigheid
De tijd is kort en in de eeuwigheid krijgen wij een plaats overeenkomstig het werk van ons geloof hier op aarde.
Als we het eeuwige leven blijvend in ons hebben gekregen, zijn we ook aan een eeuwigdurend, heerlijk werk begonnen. We hebben alle reden om ons te verblijden in de hoop op al het heerlijke en interessante, waaraan we in de eeuwigheid deel mogen hebben.
De eeuwigheid: het koninkrijk van de levenden
Jezus zei dat de godvruchtige mensen, die leven en in Hem geloven, in eeuwigheid niet zullen sterven. (Johannes 11:26) Zij gaan niet naar het dodenrijk bij de doden, maar naar het levensrijk bij Christus en al de mensen die zijn levendgemaakt en verheerlijkt. Wat Hij geschapen heeft, vindt God niet eens goed genoeg voor zijn heiligen. Hij zal nieuwe hemelen scheppen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. (2 Petrus 3:13; Openbaringen 21:1)
“Zij zullen Mij ten eigendom zijn, zegt de Here der heerscharen, op de dag die Ik scheppen zal. En Ik zal hen sparen, zoals iemand zijn zoon spaart, die hem dient. Dan zult gij tot inkeer komen en het onderscheid zien tussen de rechtvaardige en de goddeloze, tussen wie God dient en wie Hem niet dient.” Maleachi 3:17-18.
Wat een activiteit en heerlijkheid zal er zijn in al het nieuwe wat God zal scheppen! “Maar, gelijk geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen die Hem liefhebben.” 1 Korintiërs 2:9.
Wie overwinnen zoals Hij heeft overwonnen, zullen met Hem zitten op zijn troon. (Openbaringen 3:21) Van deze troon zal in alle eeuwigheid een kolossale activiteit uitgaan. Daar zijn de wezens met de levende raderen, die naar de werkingen van de Geest als bliksemschichten heen en weer snellen. (Ezechiël 1; Openbaringen 4) Daar branden zeven vurige fakkels, dat zijn de zeven Geesten Gods, en er gaan van de troon bliksemstralen, stemmen en donderslagen uit.
God’s werk vandaag op aarde: een krachtige strijd
Het werk van God is er nu in de eerste plaats op gericht een bruid toe te bereiden voor zijn Zoon Jezus Christus en zoveel mogelijk mensen uit de macht van zonde en Satan te bevrijden. Zijn engelen nemen ook deel ook in deze activiteit. “Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen die het heil zullen beërven?” Hebreeën 1:14. De macht van Satan zal verpletterd worden en alle vijanden van Christus zullen bijeengebracht worden tot een voetbank voor zijn voeten. (Hebreeën 1:13) De goddelozen hebben dan voor eeuwig afgedaan en de godvruchtigen beginnen dan pas goed.
Als resultaat van de werkingen van satan openbaart de antichrist (de wetteloze) zich met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen. (2 Tessalonicenzen 2:9) Deze werking ervaren wij tegenwoordig meer dan ooit. Tegen die werking houdt Christus door de Geest der waarheid met grote activiteit een geweldige strijd aan de gang. Als wij nu niet actief deelnemen aan al het goede, tegen al het kwade, zullen wij ook geen deel hebben aan de toekomstige activiteit. God geeft geestelijke slappelingen geen plaats op de troon van zijn heerlijkheid.
Paulus dankte God onophoudelijk voor de Tessalonicenzen, voor het werk van hun geloof en de inspanning van hun liefde. (1 Tessalonicenzen 1:3) Hoe meer wij deel krijgen aan waarachtig goddelijk leven, des te groter wordt onze activiteit in het goede, want leven is activiteit. Als wij afdwalen van de weg des levens, komen wij in de vergadering van doden terecht in plaats van in de gemeente van de levende God, waar leven, groei en vooruitgang is.
Vergelding overeenkomstig onze daden
“Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder vergolden worde wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed hetzij kwaad.” 2 Korintiërs 5:10.
“Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden naardat zijn werk is.” Openbaringen 22:12.
De tijd is kort en in de eeuwigheid krijgen wij een plaats overeenkomstig het werk van ons geloof. Daarom moeten wij samenkomen en elkaar aanvuren tot liefde en goede werken. (Hebreeën 10:25)
Petrus vermaant ons om door het geloof met betoon van alle ijver deugd te bewijzen en om als een koninklijk priesterschap de deugden van Christus te verkondigen. (1 Petrus 2:9; 2 Petrus 1:5)
Laten we die vermaningen van de apostelen ter harte nemen, zodat er een levende en krachtige activiteit komt in al het goede. Christus komt spoedig en Hij beloont rijkelijk!
Dit artikel is vertaald uit het Noors en is eerder gepubliceerd met de titel “Leven is activiteit!” in het maandblad van BCC “Skjulte Skatter” (Verborgen Schatten) in april 1965.
© Copyright Stiftelsen Skjulte Skatters Forlag
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.