Laat je tijd waarde hebben voor vandaag en voor de eeuwigheid
God laat verschillende tijden over ons leven heengaan. Hoe gebruik jij deze gelegenheden en kansen?
“De geschiedenis van koning David, uit vroeger en later tijd, zie, deze staat beschreven in de geschiedenis van de ziener Samuël… tezamen met zijn gehele koninklijke staat en zijn macht, en met de tijden die over hem en Israël en over alle koninkrijken der andere landen zijn heengegaan.” 1 Kron. 29:29-30
Er zijn tijden over David en Israël heengegaan en er gaan tijden over ons leven en over de gemeente. Als je deze tijden navorst, vind je heel veel dingen; ons leven ligt erin verborgen.
David heeft een tijd gehad als herder, één aan het hof van koning Saul, één als banneling, één als koning over Juda, één als koning over heel Israël, één als vluchteling voor zijn zoon enz.
Deze tijden zijn vergelijkbaar met de aardlagen. Geleerden kunnen in deze aardlagen, die diverse tijdsperioden inhouden, ontdekken wat voor cultuur er was in die tijd. Uit wat zij opgraven kunnen ze zich een beeld vormen van de wijze van leven en de beschaving van mensen van vele honderden jaren geleden.
De ene tijd vormt de basis voor de andere. Als David als herder niet trouw was geweest, zou hij nooit Goliath hebben kunnen verslaan en aan Sauls tafel zijn opgenomen. Als hij in zijn tijd als banneling niet trouw was geweest, was hij nooit koning over Israël geworden. Als hij als koning niet trouw was geweest, dan zou zijn troon niet voor eeuwig gegrondvest zijn.
Ook over Israël gingen er verschillende tijden heen terwijl David koning was en de verantwoordelijkheid had. Er waren tijden van oorlog, van opstand, honger, pest en vrede. Wat voor Israël gold, gold ook voor David. Als iemand die tijden doorvorst, dan graaft hij de wijsheid, de grote daden zowel als de fouten van David op. Niets is verdwenen, het ligt verborgen in de aardlagen, in deze tijden.
De “aardlagen” in ons eigen leven
Zo laat God ook verschillende tijden over ons leven heengaan. Wij krijgen tijden van voorspoed, van zegeningen en eer. Wij krijgen tijden van tegenspoed, van vervloekingen en smaad. Tijden dat we een voorwerp zijn van onbegrip en afgunst, van jaloersheid en roddel. Wij hebben ook een tijd als kinderen, als jonge mensen, een tijd als volwassenen en een tijd in de ouderdom.
Deze tijden hebben hun verschillende moeilijkheden en verzoekingen, als ook hun opgaven en mogelijkheden. In de ene tijd moeten er overwinningen worden behaald en mogelijkheden worden gegrepen, die in de andere tijd niet behaald of gegrepen kunnen worden. Niets van wat wij doen of nalaten verdwijnt. Het ligt verborgen in de aardlagen. Er zijn maar weinig mensen, die hier oog voor hebben. En ze begrijpen het pas, als de tijd voorbij is. Dan merken ze pas op wat ze hadden moeten doen of niet doen. Maar dan is het te laat, en de aardlagen getuigen tegen hen. (Jesaja 57:12)
Er gaan ook tijden over de gemeente heen. Tijden van opwekking en van dorheid, van vrede en strijd, van eer en smaad. Ook wij komen in deze aardlagen voor. Wanneer deze tijden over de gemeente gaan, is het de vraag of we de tijd begrijpen, zodat we als goudklompen worden in deze aardlaag van de gemeente, en niet een roestig stuk schroot.
Nu hebben de meeste mensen gewoonlijk de ene tijd liever dan de andere. Ze willen alleen tijden van opwekking en van vrede hebben en geen tijden van strijd en dorheid. Maar zo'n wens komt niet uit wijsheid voort, want al deze tijden moeten heengaan over ons en over de gemeente, opdat wij beproefd zullen worden en gevormd worden om met Jezus op tronen te zitten. Maar evenals Jezus voor velen tot een val en voor velen tot een opstanding geworden is, zo openbaren ook deze tijden de gezindheid van de mens en ze worden hun tot een val of tot een opstanding.
De meesten willen liever niet, dat er in die aardlagen gegraven wordt. Ze haten zulke “archeologen”. Wij kunnen ze echter niet tegenhouden, we moeten ons erbij neerleggen. De mensen kunnen niet alles ontdekken, maar God is bij machte om op een dag alles op te graven wat in deze aardlagen verborgen is, in deze tijden. Daarom moeten wij waken en bidden, zodat wij deze tijden onberispelijk kunnen doorleven, en staande blijven zonder vlek of rimpel, na onze taak geheel vervuld te hebben. (Efeziërs 6:13, 1 Petrus 1:6-7)
“Daarom, geliefden, beijvert u in deze verwachting, onbevlekt en onberispelijk te blijken voor Hem in vrede.” 2 Petrus 3:14.
Dit artikel is vertaald uit het Noors en is een bewerkte versie van een artikel dat eerder is gepubliceerd in het maandblad van BCC “Skjulte Skatter” (“Verborgen Schatten”) in maart 1940.
© Copyright Stiftelsen Skjulte Skatters Forlag
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.