Hoe kunnen we God in waarheid dienen?
In de Bijbel lezen we er veel over om dienaren van God te zijn. Maar wat kunnen we eigenlijk doen voor Hem?
God gaf ons Zijn geboden voor onze bestwil
“Kan een mens God een dienst bewijzen? Neen, de verstandige bewijst zichzelf een dienst. Geeft het de Almachtige voordeel, dat gij rechtvaardig zijt, of gewin, wanneer gij uw weg zuiver houdt?” Job 22:2-3.
“Indien gij zondigt, wat doet gij Hem daarmee aan? Al zijn uw overtredingen vele, wat maakt gij Hem daarmee? Indien gij rechtvaardig zijt, wat geeft gij Hem daarmee? Of wat kan Hij uit uw hand ontvangen? Uw goddeloosheid raakt slechts een mens als gij, en uw gerechtigheid een mensenkind.” Job 35:6-8.
We begrijpen uit deze verzen dat God ons niet nodig heeft. Integendeel, wij hebben Hem nodig. Hij wordt niet geraakt door onze goddeloosheid of gerechtigheid. Deze dingen kunnen alleen mensen als onszelf raken.
Als God ons zijn geboden geeft, kunnen wij zeggen dat wij Hem dienen, als wij die onderhouden. Maar Hij heeft ze ons niet gegeven in zijn eigen belang om daardoor van ons voordeel te krijgen. Helemaal niet! Hij heeft ze gegeven in ons belang om ons wijsheid te geven, zodat wij gelukkig kunnen worden.
Eer zoeken is onrechtvaardig
Er is maar één manier waarop wij God kunnen dienen, namelijk door zo te leven en te dienen, dat God de eer krijgt. Dan zijn wij waarachtig, anders doen wij onrecht. “Wie uit zichzelf spreekt, zoekt zijn eigen eer, maar wie de eer zoekt van zijn zender, die is waar en er is geen onrecht in hem.” Johannes 7:18.
Als je zegt: “Here, Here!” en je zoekt je eigen eer, dan doe je onrecht. Dan helpt het niet, hoeveel heerlijks je hebt gedaan in de naam van Jezus. Je hebt jezelf gediend en niet Jezus. Dit heeft Jezus ons heel duidelijk gezegd: “Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgeworpen en in uw naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.” Matteüs 7:21-23.
Dat is moeilijk te begrijpen. Hoe kan het, dat zij in de naam van Jezus zulke grote dingen gedaan hadden en Hij hen toch niet kende? Heel eenvoudig doordat ze het onrecht begingen eer aan te nemen voor wat zij gedaan hadden. De eer en de heerschappij behoren God alleen toe. Als je dan iets van die eer neemt, ben je een bedrieger. Het maakt het niet beter, als je zegt: “Here, Here!” of: “Alle eer aan God!”
Paulus was een trouw dienaar van God. Hij ervoer het zo, dat hij beschaamd zou staan, als niet Christus werd grootgemaakt in zijn lichaam: “…naar mijn vurig verlangen en hopen, dat ik in geen enkel opzicht beschaamd zal staan, maar dat met alle vrijmoedigheid, zoals steeds, ook nu Christus zal worden grootgemaakt in mijn lichaam, hetzij door mijn leven, hetzij door mijn dood.” Filippenzen 1:20. Zulke trouwe dienaren vond hij niet veel. Toen hij dit schreef, zei hij dat hij alleen maar Timoteüs had, alle anderen zochten hun eigen belang en niet de zaak van Jezus Christus. (Filippenzen 2:19-23)
Als mensen eer zoeken, dan maakt het niets uit wat ze verrichten en offeren. Al doen ze het om het evangelie uit te dragen of om zielen te behouden, toch dienen ze zichzelf, als ze eer zoeken. Zij kennen dan geen oprechte zorg. Paulus had het apostelschap ontvangen om onder de heidenen gehoorzaamheid des geloofs te bewerken tot eer van Jezus Christus. (Romeinen 1:4-5) Als hij voor zijn eigen eer had gewerkt, was hij niet trouw. Dan zou hij onrecht hebben gedaan.
God dienen – God verheerlijken
Jezus is een voorbeeld in dit zoeken naar de eer van God, evenals in al het andere. Hij dacht er alleen maar aan zijn Vader te verheerlijken. In het uur van de verdrukking was het zijn gebed, dat de naam van de Vader verheerlijkt mocht worden, en niet om eraan te ontkomen. “Nu is mijn ziel ontroerd en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit deze ure! Maar hiertoe ben Ik in deze ure gekomen. Vader, verheerlijk uw naam!” Johannes 12:27-28. Als dat ons gebed is in het uur van verdrukking, dan zal de verdrukking ook ons tot heerlijkheid worden.
Toen Jezus zijn werk op aarde wilde omschrijven, deed Hij dat zo: “Ik heb u verheerlijkt op aarde door het werk te voleindigen, dat Gij Mij te doen gegeven hebt.” Johannes 17:4. Als wij hetzelfde doen in wat wij doen, dan dienen we God.
Dit artikel is een geredigeerde versie van een artikel dat eerder is gepubliceerd in Noorrwegen onder de titel “God dienen” in het maandblad van BCC “Skjulte Skatter”, “Verborgen Schatten”, in januari 1964.
© Copyright Stiftelsen Skjulte Skatters Forlag
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.