Hoe groot is Gods Zoon?
Heb je weleens nagedacht over Jezus, Gods eniggeboren Zoon, en aan het werk wat Hij heeft gedaan zodat Hij de eerstgeborene onder vele broeders kon zijn?
"Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij ook de wereld geschapen heeft. Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge," Hebreeën 1:1-3 (NBG)
Gods eniggeboren Zoon
Zo groot is Hij, en Hij was Gods eniggeboren Zoon. “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” Johannes 3:16.
“... die, terwijl Hij in de gestalte van God was, het niet als een roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden.” Filippenzen 2:6-7. Dat Jezus, als enige erfgenaam van God, het niet als een roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, betekent dat Hij broeders wilde hebben die ook deel hadden gekregen aan goddelijke natuur en die samen met Hem de erfenis konden ontvangen. Deze verlossing heeft Jezus mogelijk gemaakt tijdens zijn leven hier op aarde. En toen Hij dit had volbracht, staat er over Hem: “En wanneer Hij vervolgens de Eerstgeborene in de wereld brengt, zegt Hij: en laten alle engelen van God Hem aanbidden.” Hebreeën 1:6. Hier zie je dat Hij de Eerstgeborene genoemd wordt.
En verderop staat er over de Zoon: “Uw troon, o God, bestaat in alle eeuwigheid. De scepter van Uw koninkrijk is een scepter van het recht. U hebt gerechtigheid lief en haat ongerechtigheid. Daarom heeft Uw God U gezalfd, o God, met vreugdeolie, boven Uw metgezellen.” Hebreeën 1:8-9.
Hij is Gods eniggeboren Zoon, en wij kunnen zijn broeders worden!
Hier zie je dat Hij broeders heeft, maar dat Hij de eerstgeborene is en degene is die het werk volbracht heeft, waardoor wij nu de mogelijkheid hebben om in waarheid zijn broeders te worden. Dit was enorm groot voor Hem, want meteen nadat Hij uit de dood was opgestaan, zei Hij: “... ga naar Mijn broeders en zeg tegen hen: Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, en naar Mijn God en uw God.” Johannes 20:17. En we lezen hoe enthousiast Hij was om broeders te krijgen: “Ik zal Uw Naam aan Mijn broeders verkondigen; te midden van de gemeente zal Ik U lofzingen.” Hebreeën 2:12. We lezen over de geweldige beloftes die Hij aan zijn broeders geeft: “Wie overwint, zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, zoals ook Ik overwonnen heb, en Mij met Mijn Vader op Zijn troon gezet heb.” Openbaringen 3:21.
Nu is de vraag of wij het net zo groot zien als Hij dat wij zijn broeders zijn, zodat we alles in de wereld als vuilnis zien om Hem te kunnen winnen? Johannes geeft ons een vermaning die we heel hard nodig hebben: “Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd.” 1 Johannes 3:1. Dit is geen bedrog. Het is niet slechts een benaming of een manier waarop wij gezien worden. Nee, we lazen: “Wie overwint, … zoals ook Ik overwonnen heb.” Ja, wij zullen in waarheid Zijn broeders zijn. “Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent.” 1 Johannes 3:1. Als we dit bewijs hebben, kunnen we blij zijn. Wat hebben we deze vermaning hard nodig: “Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft!” 1 Johannes 3:1.
Dit artikel is vertaald vanuit het Noors en is een uittreksel uit het boek “Zulk een heil”, gepubliceerd door Stichting Skjulte Skatters Forlag in 1982.
© Copyright Stichting Skjulte Skatters Forlag | ChristenZijn
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.