Hoe eenzaamheid de grip op mij verloor
Een getuigenis van overwinning over eenzaamheid en zelfmedelijden.
In het midden van mijn tienerjaren was ik op alle mogelijke manieren actief. Ik hield van sport, was altijd druk met mijn werk en was enorm betrokken bij de activiteiten in de gemeente. Ik wist dat ik God liefhad en dat ik een discipel wilde zijn, maar toch kon ik het niet helpen dat ik me in dat alles ongelofelijk eenzaam voelde.
Het voelde alsof ik geen vrienden had. Ik dacht vaak: “Waarom ik? Iedereen heeft een vriend die er altijd is; waarom geeft God mij niet zo iemand?” Omdat ik altijd wel een glimlach op mijn gezicht had wist eigenlijk niemand dat ik me van binnen hol en eenzaam voelde.
Na een tijd realiseerde ik me dat mijn zelfvertrouwen gedaald was, en dat ik gevaarlijk bezig was met mijzelf en hoe erg mijn leven leek te zijn. Ik was van binnen bezig om een muur op te bouwen van ergernis die mij blind maakte voor de behoeften van iedereen behalve van mijzelf. Zelfs toen ik besefte dat deze muur bestond, wist ik eigenlijk niet wat ik daarmee moest doen.
“Je moet stoppen met te leven voor jezelf”
Tijdens een weekend was de jeugdgroep van onze gemeente bij elkaar voor wat activiteiten, met tegenzin was ik meegegaan. Het duurde niet lang of ik zat alleen. Eén van de oudere jeugdwerkers die ik kende en waar ik blij mee was, zag het verdriet achter mijn glimlach en kwam naast me zitten. Ik opende de deur van mijn hart en vertelde hem wat me zo onrustig maakte. Hij luisterde goed en glimlachte toen ik mijn verhaal vertelde over “dat ik geen vrienden had”.
Zijn antwoord trof me enorm, en die woorden zal ik altijd met me mee dragen en ik zal er altijd dankbaar voor zijn: “Lucy, je moet er mee stoppen om voor jezelf te leven, geef je leven voor anderen. Wacht maar af, je zult zien hoe gelukkig God je zal maken.”
Ik bad of Hij mijn ogen wilde openen en me er zin in wilde geven om anderen te helpen en te zegenen, en of Hij me gelukkig wilde maken.
Heel diep van binnen wist ik dat hij gelijk had; ik wist dat ik degene was die moest veranderen, en niet de anderen. In Jacobus 1:14 staat dat zo vaak iemand verzocht wordt, dit voortkomt uit de zuiging en verlokking van zijn eigen begeerte. Dat betekent dat het probleem bij mij ligt; het zijn mijn eigen lusten en begeerten, mijn eisen en gevoelens van ongenoegen veroorzaken onrust waar iets mee gebeuren moet, onafhankelijk van hoe de anderen mij behandelen. Die avond ging ik op m’n knieën en bad ernstig tot God. Ik bad of Hij mijn ogen wilde openen en me zin wilde geven om anderen te helpen en te zegenen, en of Hij me gelukkig wilde maken.
Ik kan eerlijk zeggen dat mijn leven sindsdien niet meer hetzelfde was.
Een bewuste strijd
In plaats van mijn gedachten alleen te laten draaien om mij en mijn situatie, nam ik het besluit om voor anderen te leven. Ik begon een bewuste strijd in mijn gedachteleven tegen gedachten over eenzaamheid, moedeloosheid en zelfmedelijden, en liet daarvoor in de plaats de vrede van God regeren in mijn hart. (Kolossenzen 3:15)
Telkens als er een negatieve gedachte kwam stelde ik me voor dat ik een deur dichtsmeet voor die gedachte, zodat die geen invloed of macht over mij zou hebben.
Behalve te strijden tegen deze neigingen in mij, werd ik ook actief in de praktische dingen die ik kon doen. Ik had God die avond gevraagd of Hij mijn ogen wilde openen voor de behoeften van anderen, en dat was precies wat Hij deed!
Geleidelijk begon ik te zien dat er mensen om mij heen waren die zich alleen voelden of buitengesloten en die mij misschien nodig hadden als een vriend, iemand die hen kon helpen. Ik gebruikte wat ik had om het fijn te maken voor de anderen in kleine dagelijkse dingen, zoals hen mee te laten rijden in mijn auto, iets lekkers te kopen voor kinderen die ik kende, en altijd als ik aan iemand dacht voor die persoon te bidden. Ik deed wat ik kon om anderen gelukkig te maken, met als gevolg dat ik zelf gelukkig werd.
De blijdschap kwam niet direct, maar in de loop van de tijd.
Een nieuwe manier van denken
Na dit een paar weken in praktijk te hebben gebracht, ontdekte ik aan het eind van een drukke dag dat ik niet één keer had toegegeven aan zelfmedelijden of mijn tijd had verdaan met mijn eigen problemen. God had mijn manier van denken veranderd, ik was echt begonnen om zorg te hebben voor anderen. Degenen waar ik voor gebeden had waren mijn vrienden geworden, zonder dat ik het had gemerkt! Daardoor was de eenzaamheid verdwenen; die had geen grip meer op mij.
Nu is mijn situatie zo anders. Eerst zocht ik wanhopig naar vrienden, en zelfmedelijden maakte me down. Maar nadat ik gestopt was om op mijzelf gericht te zijn en mijn tijd ging gebruiken voor dingen die echte waarde hadden, was ik in staat om blijvende vriendschap om me heen te bouwen. God opende mijn ogen voor dingen waar ik blind voor was, nu zijn mijn gedachten niet meer gebaseerd op “mij, mijzelf en ik”.
God had mijn manier van denken veranderd, en ik was echt begonnen om zorg te hebben voor anderen.
Dat betekent niet dat het altijd “voor de wind ging”. Satan kwam nog vaak proberen mij terug te krijgen naar de duisternis waar ik in geweest was. Maar ik heb hem weerstaan; ik heb er voor gekozen om te zorgen voor de mensen om mij heen en om een zegen te zijn voor mijn vrienden en anderen. Ik hield de woorden van Jezus over liefde voor ogen: “Niemand heeft grotere liefde, dan dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden.” Johannes 15:13.
Het resultaat is dat Hij me meer heeft gezegend dan ik kan zeggen! Ik heb echte, betrouwbare vrienden, veel meer dan ik kan tellen. Het zijn mensen die er altijd al waren, maar ik was niet in staat om dat duidelijk te zien door mijn eigen egoïstische, niet heldere zicht. Ik vond hen toen ik besloot om niet meer op mijzelf gericht te zijn!
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.