Heb ik God echt nodig?

Heb ik God echt nodig?

Is het mogelijk om zo te leven als de Bijbel zegt, zonder te geloven in God? Krijg ik het zelf niet voor elkaar?

Ik ben christen. Ik ben jong. Ik geloof in God. Ik geloof in de Bijbel. Ik geloof dat als ik leef naar Gods woord, zoals ik dat in de Bijbel lees, ik verandering ga meemaken. Maar soms vraag ik mij af: is er wel een God?

Wat als er nooit een God is geweest? Ik denk dat ik dan toch niet het gevoel zou hebben dat mijn leven vergooid is, want ik wil hoe dan ook een goed leven leven, of er nou wel of niet een God bestaat. Dus vraag ik mijzelf dan ook af: Kun je dan niet leven zoals de Bijbel zegt, zonder in God te geloven?

Wanneer ik bijvoorbeeld onrechtvaardig behandeld word, krijg ik het dan zelf voor elkaar om op een positieve manier te reageren? Of als ik verzocht word om iets laatdunkend te zeggen over een ander, kan ik dan kiezen om dat niet te doen? Ik laat zelfs liever geen slechte gedachten over een ander in mijn hoofd rondspoken. Ik wil strijden tegen de zonde die in mij woont, zoals ik in de Bijbel kan lezen. Dat krijg je vast helemaal zelf voor elkaar. Er is toch geen God voor nodig om dat voor elkaar te krijgen. Of toch wel?

Kan ik zelf een einde maken aan de verzoekingen?

Als God niet bestaat, is het dan nuttig om te leven naar het woord van de Bijbel? Ja, want het is toch een goede boodschap. Maar lukt dat? Is het mogelijk mijzelf te vernederen en niet mijn eigen wil te doen? Sommige dingen kan ik misschien goed aan, andere dingen worden na verloop van tijd een gewoonte. Maar wat wil ik daarmee bereiken? Ik wil makkelijker zijn in de omgang met anderen. En wat nog meer? Kom ik dan wel ergens? Komt er dan ooit een eind aan datgene waarvan ik mij probeer te reinigen? Kan ik zelf een einde maken aan de verzoekingen?

“Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht; door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst.”  ( 2. Pet. 1:3-4 )

Deel krijgen aan goddelijke natuur?

Als ik in God geloof en kracht bij Hem zoek, krijg ik dus hulp om het goede te doen, een versterkte wil om Gods wil te doen en te strijden tegen de zonde die in mijn natuur woont. Maar dat niet alleen: ik krijg ook ‘deel aan goddelijke natuur’. Er staat in Jacobus 1:13 iets over goddelijke natuur: “Want God kan door het kwade niet verzocht worden en Hijzelf brengt ook niemand in verzoeking”. Als ik deel krijg aan goddelijke natuur, dan word ik ook vrij van datgene wat mij neerdrukt. Als ik strijd tegen mijn slechte natuur, word ik er vrij van en ik krijg steeds meer rust. Het plaagt mij niet langer. Dit leven en deze vrijheid waar de Bijbel over spreekt, krijg ik niet in mijn eigen kracht. Daardoor merk ik dat er een God bestaat, waar komt anders die kracht vandaan? Wie schept anders nieuw leven, als de Schepper dat niet doet?

“Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen.”( Gal. 5:1 )

Alleen maar strijden tegen mijn vlees = slavernij! Goddelijke natuur = vrijheid!

Of God bestaat of niet, is niet langer de vraag. De vraag is of ik mijn hele leven wil worstelen met dezelfde, rotte dingen, of wil ik voorgoed af van de zonden? Slavernij of vrijheid? De keuze is eenvoudig. Ik ga voor alternatief nr. 2. Ik kies ervoor om in God te geloven en Zijn wil te doen zodat Hij mij kan veranderen. Want daar gaat het om: verandering!

Een slavenleven of vrijheid? De keuze is eenvoudig.

Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.