Heb ik een voortdurend verlangen naar vernieuwing?
Door de feestdagen besefte ik hoe belangrijk het is om een nood ofwel een intens verlangen te hebben.
Terwijl het kalkoendiner begint weg te zakken en de versiering wordt opgeruimd, denk ik na over de kerstvakantie, die even snel weer voorbij ging als hij gekomen was. Het is gemakkelijk om in een soort van ‘vakantiestemming’ te komen. Je ontspant wat, en laat jezelf een beetje gaan. Feitelijk slaap je een beetje in, en als je mensen ontmoet zeg je maar wat in je opkomt.
De feestdagen zijn gewoonlijk niet de momenten, die wij, die uit de meer welvarende landen komen, snel associëren met ‘nood’(behoefte), althans niet als het onszelf betreft. We hebben overvloed aan eten en drinken, en teveel speelgoed en spelletjes voor de kinderen om alles in hun vakanties te kunnen spelen – ‘de behoefte aan meer’ is iets dat waarschijnlijk niet eens in je opkomt, behalve dan misschien om meer weg te geven van wat je hebt.
Is de nood “op vakantie”?
Nu ik terugkijk naar al die momenten waar ik meer bewust mijn gedachten had kunnen “controleren” voordat die werden omgezet in woorden die ik later weer moest herzien of betreuren, gaat mij een licht op. In de vakantieperiode kreeg mijn lichaam de gelegenheid om te ontspannen en kon ik genieten van de feestelijke sfeer. Daarbij heb ik ongemerkt ook mijn geest laten ontspannen, en op die manier mijn ziel toegestaan om de leiding over te nemen. Met andere woorden, ik had geen duidelijke nood of behoefte. Daarmee had ik mijn persoonlijke en doorlopende verlangen tijdelijk stop gezet: mijn verlangen om mijn leven in Christus te leven, en Hem in mij te laten werken, zodat er iets nieuws te voorschijn kan komen in plaats van mijn oude natuur.
“Zalig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.” Mattheus 5:6.
“Omdat gij zegt: Ik ben rijk en ik heb mij verrijkt en heb aan niets gebrek, en gij weet niet, dat gij zijt de ellendige en jammerlijke en arme en blinde en naakte…” Openbaringen 3:17.
Als ik terugkijk op bepaalde gebieden waar ik het beter had moeten doen, wordt het mij duidelijk hoe belangrijk het is om een voortdurende nood of behoefte te hebben, als ik hervormd en herschapen wil worden van de ellendige natuur die ik geërfd heb. (Romeinen 7:18-25) Ik kan gemakkelijk en triest genoeg dezelfde blijven die ik ben, als ik niet besef dat ik iets nodig heb, en als ik mijn eigen gebreken niet kan zien, bijvoorbeeld in de omgang met de mensen om mij heen. Als ik niet waakzaam ben om te luisteren naar wat God mij heeft te zeggen in de situaties, dan zal datgene wat tevoorschijn komt uit mijn leven afkomstig zijn van mijn natuurlijke mens met zijn zondige neigingen, of op zijn best dat benaderen waar ik tot nu toe mij bewust van geworden ben en aan gewerkt heb, met alle beperkingen en onvolkomenheden. Maar God heeft een volledig aanbod gedaan – ik kan een compleet nieuwe schepping worden!
“Denkt niet aan hetgeen vroeger gebeurde en let niet op wat oudtijds is geschied; zie, Ik maak iets nieuws, nu zal het uitspruiten; zult gij er geen acht op slaan?” Jesaja 43:18-19.
Deel krijgen aan goddelijke natuur, zoals ons is beloofd door Jezus, is een geweldig doel, waarvan ik weet dat ik dat nog niet bereikt heb. Maar als dat het geval is, dan betekent dat direct dat ik niet tevreden kan zijn met hoe ik nu ben. (2 Petrus 1:4) Dan is het nodig om voortdurend in nood te zijn, een nood die mij verder brengt in groei, in reiniging en in heiligmaking!
Een vernieuwd besluit
Ik ga de uitdaging aan om op mijn leven te reflecteren, over een jaar. Als ik in december 2017 hier weer zit, heb ik dan dezelfde worstelingen, en is dan de natuur die ik haat nog in dezelfde mate aanwezig, in dezelfde gebieden en met dezelfde neigingen zoals ze vandaag zijn? Of heb ik dan mijn ogen meer geopend gehad voor “hoe rijk de heerlijkheid is zijner erfenis bij de heiligen?” (Efeze 1:18) Zal er dan meer licht in mijn leven gekomen zijn, meer openbaring, en nieuwe groei? (Efeze 1:17-19)
“Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het koningrijk der hemelen.” Mattheus 5:3.
Nu het nieuwe jaar nadert neem ik het besluit om 2017 in te gaan met het besluit om een voortdurende en bewuste nood en verlangen te hebben: “Wat kan ik nog meer doen? En hoe kan ik het beter doen?”
“Hij wekt elke morgen, Hij wekt mij het oor, opdat ik hore zoals leerlingen het doen. De Here HERE heeft mij het oor geopend en ik ben niet weerspannig geweest, ik ben niet teruggedeinsd.” Jesaja 50:4-5.
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.