Goede menselijke eigenschappen of deugden van Christus?
Wat gebeurt er als we aan onze grenzen komen als mens?
Verlossing – een “reddingsactie”
Het is heel goed en noodzakelijk om eens na te denken over wat het woord “verlossing” inhoudt. Het is hetzelfde als “redding”. De verlossing in Jezus Christus is een “reddingsactie”. Als mens bevinden we ons vanwege de zonde in een hopeloze situatie. We hebben niet alleen maar wat hulp nodig, nee, we moeten gered worden uit de ijzeren greep van de zonde en de eigen wil. Precies dat wil Jezus met ons doen, niemand anders is in staat om dat te doen. Hij heeft macht om onze zonden te vergeven en om ons te helpen als we verzocht worden, zodat we kunnen overwinnen. Hij wil ons veranderen naar zijn eigen beeld. Het evangelie geeft ons geen hoop voor een verbetering maar voor een verandering.
Mijn rechtvaardigheid
Er staat dat wij de “deugden van Christus” moeten verkondigen (1 Petrus 2:9), maar dat moet niet verwisseld worden met goede menselijke eigenschappen. Er is een groot verschil tussen ons als mensen. Sommige mensen zijn geboren met een enorm sterk karakter terwijl anderen zwak en toegeeflijk zijn. Sommigen zijn van nature heel egoïstisch terwijl anderen behulpzaam en opofferend zijn. Maar God is niet onrechtvaardig. Het is niet zo dat mensen die geboren zijn met “goede” menselijke eigenschappen in zijn ogen meer waard zijn. Nee, ze hebben allemaal verlossing nodig. Onze goede menselijke eigenschappen zijn heel beperkt. Wij kunnen bijvoorbeeld wel geduld en goedheid tonen, maar als de omstandigheden te veeleisend worden is het snel afgelopen met onze aangeboren welwillendheid en flexibiliteit.
Het is een enorm verschil, ja een wereld van verschil tussen goede menselijke eigenschappen en de deugden van Christus. We kunnen een goede moraal tonen, vriendelijk zijn een goed leven leiden, maar als we waarheidslievend en eerlijk zijn merken we al snel dat onze beste werken niet rein zijn. Er schuilt bijvoorbeeld zelfbewondering achter onze dienstbaarheid, en terwijl we iets voor anderen doen oordelen we hen misschien ook een beetje, of we hebben verborgen eisen, enz. We kunnen veel doen dat er mooi uitziet, maar we zijn absoluut niet in staat om Gods eeuwige Koninkrijk te weerspiegelen en de heerlijkheid die in God is, uit te stralen.
De goede daden die we op eigen kracht doen, vallen onder de definitie “mijn rechtvaardigheid”. Dat kan best ver gaan, maar het heeft niets te maken met “rechtvaardigheid uit God op basis van geloof”. (Filippenzen 3:4-9) Net als Paulus moeten we tot erkenning komen dat “in mij, dat is in mijn vlees [dat wil zeggen mijn natuur], woont geen goed” Romeinen 7:18. Dat is een proces waar alle discipelen doorheen moeten. Hierin is iedereen gelijk.
“Ik schiet tekort”
Het is heel leerzaam en geloofsversterkend om te lezen hoe J.O. Smith dit proces beschrijft van “mijn rechtvaardigheid” tot “de rechtvaardigheid uit God op grond van het geloof”.
“Naar het vlees ben ik slecht van voetzool tot schedel. Mijn beste werken puilen uit van egoïsme, mijn liefde vloeit over van zelfbewondering. Mijn christendom poetst alsmaar meer de uiterlijke glans op, waardoor alle eer wordt binnengehaald in de onverzadigbare schuren van het eigen ik.
Dit leven werd een walging voor mij. Ik begreep dat ik een deeg was, geheel met slechtheid doorzuurd. Ik zei tegen God: “Ik kan geen christen zijn, mijn leven is werkelijk afgrijselijk en ik schiet in alles tekort.
Vanaf dat moment werd Christus mijn leven. Ik was tot erkentenis gekomen dat Hij het leven was. Ik was vanaf dat moment ondeugdelijk. Ik haat mijn leven in deze wereld, want dat is slecht en ik wil nooit meer proberen om daar iets van te maken.”
(Uit de Nagelaten brieven van Johan O. Smith, nr. 8, 2 augustus 1905)
Een leven in de voetsporen van Jezus
Ik moet tot de conclusie komen dat ik het gewoon niet voor elkaar krijg om dit nieuwe leven te leven. Ik moet tot het punt komen dat ik besef dat ik niet kan leven zonder geloof in de hulp van Jezus, die mij wil verlossen van mijn slechtheid en mijn dwaasheid. Met dit begrip ga ik naar de genadetroon en vraag met mijn hele hart om barmhartigheid en genade om hulp op het juiste moment. (Hebreeën 4:16) God ziet mijn nood, Hij verhoort mijn gebed en Hij sterkt mij door Zijn woord als ik in verzoekingen en beproevingen kom. Gebedsverhoring betekent niet dat ik niet meer verzocht of beproefd word, nee, dat betekent dat ik gehoorzaamheid leer in het lijden en vrij word van mijn zonde. (Hebreeën 5:7-8) Dan komt er goddelijke natuur tevoorschijn.
Er zijn grote en heerlijke diepten in deze boodschap en we zijn nooit klaar met het onderzoeken van de mogelijkheden die het woord van het kruis biedt. Er vindt een verandering plaats, die van God komt. Een welbehaaglijke hemelse geur, de geur van Jezus Christus komt tevoorschijn in mijn leven. (2 Korintiërs 2:15-16) Dat is iets heel anders dan alleen een goede moraal. Dat is een leven in de voetsporen van Jezus, een gekruisigd discipelleven. Moge God onze ogen openen zodat wij door geloof de dood van Jezus in ons lichaam omdragen en ervaren dat Zijn leven steeds zichtbaarder wordt in ons.
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.