Goed en fout
Er is een groot verschil tussen “het goede doen” omdat je bang bent voor de consequenties als je oneerlijk bent, en het goede doen omdat dit is wat je echt wilt, vanuit het diepst van je hart. Stel je eens voor dat er een manier was om te willen doen wat goed is?
Een man rijdt door rood en botst tegen een andere auto. De politie komt op de plek van het ongeval en vraagt hem wat er is gebeurd. Waarom liegt hij niet?
Een vrouw is aan het winkelen in een juwelierszaak. Opeens ziet ze een dure ring die ze ontzettend graag wil hebben zomaar op de toonbank liggen. Niemand kijkt. Waarom pakt ze hem niet?
Al enige tijd denk ik na over de woorden “goed” en “verkeerd” en wat ze betekenen voor de mensen. Het grootste deel van de mensen leeft een sociaal acceptabel leven, en wordt beheerst door de wetten in het land waar ze wonen. Ze stelen niet alles wat ze graag zouden willen hebben, en ze vallen de mensen die hun ergeren niet aan. De meeste studenten maken hun studie af zonder af te kijken bij de examens, en de meeste burgers zullen hun belastingaangifte eerlijk invullen, naar hun beste weten.
Waarom het goede doen?
Maar waarom? Laat de vrouw de diamanten ring op de vitrine liggen omdat ze weet dat het fout is om te stelen en ze niet het verkeerde wil doen, of doet ze dat vanwege de bewakingscamera die de winkel in de gaten houdt?
Vertelt de man van het auto ongeluk de ware toedracht aan de politie vanwege de 14 getuigen die bij het bushokje staan, of omdat hij weet dat het verkeerd is om te liegen en hij graag het goede wil doen?
Wat denk jij? Als de je kans had om €100.000 te stelen en je wist, je hebt een garantie van 100% dat je nooit gepakt zult worden, en dat niemand het ooit te weten zal komen, zou je het doen? Misschien is €100.000 wel een beetje veel: je neemt het geld immers van onschuldige mensen. Wat denk je van €10.000? €2.000? €50?
Er is een groot verschil tussen “het goede doen” omdat je bang bent voor de consequenties van niet eerlijk zijn, en het doen omdat dat is wat je echt wilt doen, vanuit het diepst van je hart. Het is zwaar om altijd tegen je eigen wensen in te gaan, om jezelf de slechte dingen die je wilt doen te moeten ontzeggen, terwijl je weet dat je morgenochtend precies hetzelfde wilt doen en je het dan ook zult moeten laten.
Er van houden om het goede doen?
Stel je voor dat er een manier zou zijn om het goede te willen doen? Zou dat niet makkelijker zijn? Zou het niet zoveel beter zijn om een verlangen te hebben om de waarheid te spreken, oprecht en eerlijk te zijn? Zo had Jezus het. Dit staat over hem geschreven in de brief aan de Hebreeën:
Gerechtigheid hebt Gij liefgehad en ongerechtigheid hebt Gij gehaat; daarom heeft U, o God, uw God met vreugdeolie gezalfd boven uw deelgenoten. (Hebr. 1:9)
Dit vers spreekt voor zich. Natuurlijk was hij gelukkig toen hij de gerechtigheid liefhad! Zou niet iedereen gelukkig zijn als het lief hadden om het goede te doen, als ze liever goed deden aan wie verkeerd doet? Dat zou alles veel makkelijker maken. Maar hoe werd Hij zo? Want Hij is geboren met een natuur zoals de onze – die zoals wij weten vol zit met neigingen tot het doen van wat niet goed is – Hoe werd Hij zo dat Hij echt de gerechtigheid liefhad en de ongerechtigheid (het verkeerde) haatte?
Het antwoord is eigenlijk eenvoudig. Jezus’ liefde voor God zorgde ervoor dat hij alleen maar wilde doen wat God behaagde. Hij wilde God meer behagen dan dat Hij zijn eigen lusten wilde doen. Dit is op natuurlijk gebied makkelijk te begrijpen. Denk eens aan iemand die je echt van harte liefhebt – die zou je op geen enkele manier pijn willen doen, toch? De mensen waar je om geeft zijn de mensen die je graag gelukkig wilt zien, en als je genoeg van ze houdt ben je bereid om dingen op te geven zodat zij gelukkig worden.
Een nieuw denken
Het is precies hetzelfde met God en met Jezus. Als je begint te begrijpen hoeveel die van jou houden, God die “de wereld alzo lief heeft gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft” (Joh 3:16), en Jezus die zijn eigen dierbare bloed heeft gegeven om onze zonden kwijt te schelden (1 Pet. 1:19), dan begin je die liefde te beantwoorden.
Opeens is je hele instelling veranderd. Je menselijke natuur is niet veranderd – je wordt nog steeds verzocht om te liegen, over anderen te roddelen, niet eerlijk te zijn, enz. maar nu heb je een nieuwe gezindheid. In tegenstelling tot voorheen, wil je nu die verzoeking weerstaan, omdat je niet meer wilt doen wat verkeerd is. Je houdt van Jezus en wilt Hem gelukkig maken, en je weet dat het Hem niet gelukkig maakt als je bijvoorbeeld een leugen vertelt om een fout te verbergen.
Omdat je menselijke natuur nog steeds aanwezig is, moet je nog steeds kiezen, maar nu is het geen moeilijke keuze meer. Je ontzegt je zelf je zondige neigingen omdat je van Jezus houdt. Je hoeft niet meer een lang leven tegemoet te zien waarin je steeds jezelf moet onthouden van dingen die je graag wilt doen, vanwege hoe de mensen jou zouden vinden. Als je daarentegen door blijft gaan met jezelf verloochenen, merk je een verandering in je reacties. De inwonende zonde in je menselijke natuur – wat de Bijbel de zonde in het vlees noemt – verliest geleidelijk zijn kracht. De Bijbel zegt dat het wordt gedood. Het wordt eigenlijk steeds gemakkelijker, en op een dag wordt je niet eens meer verzocht. Kun je je iets beters voorstellen?
De gezindheid van Christus
Dit proces is duidelijk beschreven op veel plaatsen in het Nieuwe Testament. Bijvoorbeeld: Want zij, die naar het vlees zijn, hebben de gezindheid van het vlees, en zij, die naar de Geest zijn, hebben de gezindheid van de Geest…. Derhalve, broeders, zijn wij schuldenaars, maar niet van het vlees, om naar het vlees te leven. Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven. Romeinen 8:5,12-13.
Daar Christus dan naar het vlees geleden heeft, moet ook gij u wapenen met dezelfde gedachte, dat, wie naar het vlees geleden heeft, onttrokken is aan de zonde. 1 Petrus 4:1
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.