Geloof, zonder te twijfelen!
Geloof is een onbegrensde kracht, maar twijfel sluit God buiten. We moeten geloven zonder te twijfelen!
“Indien echter iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden. Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt. Want zulk een mens moet niet menen dat hij iets van de Here zal ontvangen, innerlijk verdeeld als hij is, ongestadig op al zijn wegen.” Jakobus 1:5-8.
Twijfel sluit God buiten
Door de geringste twijfel golven we heen en weer en sluipt de duisternis ons leven binnen. In de duisternis regeert de vorst der duisternis en hij gaat hardvochtig met zijn onderdanen om. We hebben genoeg gezien waartoe twijfel, ongeloof, bezorgdheid en moedeloosheid kunnen leiden. Dat is een verre van gelukkig bestaan. “Een neerslachtige geest, wie zal die opbeuren?” staat er in Spreuken 18:14. En in Spreuken 17:22: “Een verslagen geest doet het gebeente verdorren.”
Door twijfel en ongeloof plaatsen wij God buiten en nemen we zelf de hele last op ons. Dan wordt het steeds maar zwaarder, steeds maar donkerder. We worden heen en weer geslingerd door bedrieglijke gevoelens en meningen. In zo'n twijfeltoestand kunnen we niet iets van God ontvangen.
Bid in geloof
“Maar zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.” Hebreeën 11:6.
Als we tot God komen, moeten we geloven dat Hij bestaat en dat Hij ons beloont met datgene waar we om bidden. We moeten geloven dat Hij ons ziet en dat Hij vol is van liefde, zorg en goedheid. Hij kent al onze moeilijkheden en Hij wendt en keert alles ten goede, als wij Hem maar liefhebben en in Hem geloven. Hij heeft al onze haren geteld, en Hij zorgt ervoor dat geen verzoeking of beproeving te zwaar voor ons wordt. (1 Korintiërs 10:13)
Bidden wij om de heilige Geest, dan krijgen we de heilige Geest. Bidden wij om wijsheid, dan krijgen we wijsheid. We moeten niet twijfelen aan zijn macht en goedheid. Door het kleinste vonkje geloof wordt het licht van de hoop in ons hart ontstoken en de duisternis wordt verdreven. We komen het gebied van het licht binnen, waar de Vorst van het licht regeert, en Hij heeft het goede voor met zijn onderdanen. Hij maakt het lichter en lichter voor ons tot het klaarlichte dag is. Zijn juk is zacht en zijn last is licht.
Geloof zonder te twijfelen
Twijfelen is dwaasheid. De wijsheid is zonder twijfel, ongeveinsd, vol van ontferming en goede vruchten. Zij verlicht onze ogen en maakt onze schreden vast.
“En sommigen moet gij terechtwijzen, omdat zij twijfelen,” schrijft Judas (Judas 1:22). Het is een schande om te twijfelen aan Jezus' liefde en goedheid. Hij heeft immers zijn leven voor ons gegeven.
Toen Petrus op de wind zag, werd hij bevreesd en begon te zinken. “Kleingelovige, waarom zijt gij gaan twijfelen?” zei Jezus. Matteüs14:30-31. In de storm moet ons geloof beproefd worden, en juist dat beproefde geloof is zo kostbaar voor God. Door ongeloof zinken wij, maar door het geloof worden wij staande gehouden. (1 Petrus. 1:5-7)
Dit artikel is eerder gepubliceerd in het maandblad van BCC “Skjulte Skatter” (Verborgen Schatten) in juni 1966.
© Copyright Stiftelsen Skjulte Skatters Forlag
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.