Gebed en voorbede – met dankzegging
Hoe kunnen we zo voor anderen en onszelf bidden dat we Gods hart raken? Wat is het resultaat?
“Volhardt in het gebed, weest daarbij waakzaam en dankt…” Kolossenzen 4:2.
Gebed leidt tot geloof
Het is gezegend te bidden. Het is goed zich binnen te dringen in Gods hart. Omgang met God in het gebed verbreedt onze blik en doet de liefde en zorg toenemen. Je krijgt dan iets over je van Gods eigenschappen en gedachten ten opzichte van de mensenkinderen. Hoe meer je bidt, des te meer wil je bidden en hoe meer je bidt, des te meer ontvang je. De waarachtige aanbidders aanbidden God in Geest en in waarheid.
We worden ertoe vermaand waakzaam te zijn bij ons gebed en te danken. Als we dit doen neemt het geloof in bezit waar je om bidt en de dankzegging komt, doordat we weten dat we reeds ontvangen hebben waar we om gebeden hebben. Deze oefening in gebed en waakzaamheid met dankzegging brengt heerlijke vruchten. Je leert de zielen liefhebben, omdat de Vader hen liefheeft, Hij aan wiens borst we in het gebed rusten.
Jezus bidt: “Vader, hetgeen Gij Mij gegeven hebt – Ik wil, dat, waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, om mijn heerlijkheid te aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, want Gij hebt Mij liefgehad vóór de grondlegging der wereld.” Johannes 17:24.
God geeft ons zielen om zorg voor te dragen
Diezelfde gezindheid zal in ons zijn, als wij door Gods genade van de Vader zielen krijgen waarvoor we zorg mogen dragen. Wij begeren en bidden, dat zij bij ons zullen mogen zijn en in de gemeenschap des Geestes samen met ons bewaard worden. De onuitsprekelijke verzuchtingen van de Geest brengen tijdens ons gebed deze zielen in onze gedachten, en we bidden voor hen dat zij deel mogen krijgen aan dezelfde heerlijkheid, die de Vader aan ons heeft geopenbaard door zijn geliefde Zoon Jezus Christus.
Voort, voort en nog eens voort op de wegen ten leven is het diepste verlangen van de ziel die in gebed is. Voort, voort met al deze zielen die God ons gegeven heeft. Ver weg van Egypte met zijn slavernij – helemaal tot het Vaderhart. God hoort deze gebeden, en de Geest die van de Vader komt trekt met zijn onzichtbare banden de zielen waarvoor gebeden wordt – eerst tot de Zoon en nadat zij in de Zoon gekomen zijn, tot de Vader.
Overwinning in gebed
Als wij om iets bidden naar Gods wil, dan weten we, dat we de dingen verkregen hebben waar we God om hebben gebeden. Maar nu weten we dat Gods wil is: onze heiliging; daarom weten we dat we verkregen hebben waar we om hebben gebeden.
Laten we God bidden om de kleinste dingen – in de Geest. Hij zal onze gebeden verhoren en ons geloof om in het gebed dank te zeggen, doen toenemen. Dit wordt gebed en gebedsverhoring; overwinning in het gebed. Deze overwinning vermeerdert de waarde van het leven en vermeerdert de interesse in de arbeid voor het Koninkrijk Gods, en die vermeerdert de vruchten van onze arbeid en van ons leven.
Dit artikel is vertaald uit het Noors en is eerder gepubliceerd onder de titel “Gebed met dankzegging” in het maandblad van BCC “Skjulte Skatter” (“Verborgen Schatten”) in juli 1920.
© Copyright Stiftelsen Skjulte Skatters Forlag
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.