De wet van de Geest bevrijdt van de wet van de zonde en de dood
De bevrijding van de wet van de zonde en de dood is een proces dat geleidelijk plaatsvindt en kan niet, zoals de vergeving van zonden, in een ogenblik plaatsvinden.
De wet van de zonde en de dood is werkzaam in onze leden. De wet van de Geest, die leven geeft in Christus Jezus, heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en de dood (Romeinen 7:2-23, Romeinen 8:2).
Het licht van de wet kon niet tot in het lichaam schijnen en zijn licht op die plek laten schijnen waar de wet van de zonde en de dood zijn schuilplaats heeft, want het licht van de wet was alleen voor de uiterlijke zonden, die de vrucht waren van de wet van de innerlijke zonde en van de dood.
Wat onmogelijk was voor de wet, deed God toen hij zijn Zoon zond als offer voor de zonde en de zonde in het vlees veroordeelde (Romeinen 8:3).
Gods oordeel over de zonde in de leden is nu vervuld in Christus Jezus. Het koninkrijk der hemelen is in ons gekomen en de Geest van Christus zal door onze gehoorzaamheid zijn weg banen naar tot nu toe onbekende gebieden in ons lichaam, namelijk naar die gebieden waar de wet van de zonde en de dood haar werkterrein heeft. De Geest van God komt in contact met het water en het bloed (de dood van Christus in ons vlees) en vernietigt daardoor beetje bij beetje de wet van de zonde en de dood. Doordat de wet de Geest in zich heeft, brengt hij onze menselijke geest, - die vroeger gebonden was door de wet van de zonde en de dood- tot leven.
De wet van de zonde en de wet van de dood zijn twee verschillende wetten en werken elk op hun eigen manier.
De wet van de zonde stelt voortdurend haar eisen aan ons bewustzijn. Als we daaraan toegeven, leidt het zijn prooi naar de wet van de dood. Zolang de mens wordt beheerst door de wet van de zonde -maar nog niet overgegeven is aan de wet van de dood- is het geweten werkzaam en wordt deze persoon door de Geest overtuigd van zonde. Door steeds opnieuw te zondigen, zal door de wet des doods het geweten afsterven en zondigt men zonder schuldgevoel van het geweten. De wet van de zonde leidt de goddelozen verder naar tot nu toe onbekende gebieden. Ook daar zondigt men, en de wet van de dood zet het vernietigende werk in het geweten voort, zodat de mens ten slotte dood is in zonden en overtredingen.
De wet van de Geest werkt precies tegenovergesteld. Die laat licht schijnen op zonden die je voorheen beging zonder er een slecht geweten van te krijgen. Die haalt de zonde uit de ijzeren greep van de wet van de dood en brengt het in het licht van het geweten. We stemmen in met de Geest van God, veroordelen de zonde en zondigen niet meer (Galaten 5:16-18; 1 Petrus 4:1). De volgende keer dat we ons bewust worden van een nieuwe zonde, wordt die ook veroordeeld enz. Op deze manier worden we levend gemaakt.
Dit proces gaat door en kan niet -zoals de vergeving van zonden- in een ogenblik plaatsvinden.
Het leven is ernstig, je bepaalt zelf of je verlost wordt of veroordeeld. God heeft voor alles wetten gemaakt en daar wijkt Hij niet van af, want hij maakt geen onderscheid tussen mensen.
Wij die leven zijn degenen die voortdurend aan de dood overgegeven worden om Jezus' wil, opdat ook het leven van Jezus openbaar wordt in ons sterfelijk vlees (2 Korintiërs 4:10-11).
Dit artikel werd voor het eerst gepubliceerd in het blad "Skjulte Skatter" in juni 1914. De taal is gemoderniseerd.© Copyright Stiftelsen Skjulte Skatters Forlag | ActiveChristianity
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.