De sabbat en de tienden – zijn ze vandaag nog steeds van toepassing?

De sabbat en de tienden – zijn ze vandaag nog steeds van toepassing?

Is het houden van de sabbat en de tienden van toepassing in het nieuwe verbond? Wat is de geest van deze geboden?

10 min. ·

Jezus ontbond de wet niet, maar vervulde het

Veel mensen verkeren in grote twijfel over de vraag, of ze tienden moeten geven in het nieuwe verbond. Hetzelfde geldt voor de vraag of ze de sabbat – zaterdag, de zevende dag – moeten heiligen, of dat deze alleen gold voor de Joden in het oude verbond. Niemand kan ontkennen, dat het sabbatsgebod een grote plaats had bij Mozes en de profeten. Al sinds de schepping werd de zevende dag door de Here geheiligd. Maar het is opmerkelijk, dat nu juist dit het gebod was waarvan Jezus het meest werd beschuldigd dat Hij het zou hebben overtreden.

Er is wel eens gezegd dat Jezus het sabbatsgebod heeft ontbonden. Maar dat klopt niet met zijn eigen woorden, als Hij zegt: “Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.” Matteüs 5:17. Jezus is dus niet gekomen om het sabbatsgebod te ontbinden, maar om het te vervullen.

We lezen dan verder, hoe Jezus de wet en de profeten heeft vervuld: “Gij hebt gehoord, dat tot de ouden gezegd is: Gij zult niet doodslaan, en: Wie doodslag pleegt, zal vervallen aan het gerecht. Maar Ik zeg u: een ieder die in toorn leeft tegen zijn broeder, zal vervallen aan het gerecht. … Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult niet echtbreken. Maar Ik zeg u: een ieder die een vrouw aanziet om haar te begeren, heeft in zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd.” Matteüs 5:21-22, 27-28.

Zo heeft Jezus alle geboden opgevat. Hij heeft ze vervuld. De wet heeft niet het volmaakte gebracht, dat heeft Jezus gedaan. Het sabbatsgebod was geen uitzondering. In dezelfde geest kunnen wij ook dit gebod nemen en zeggen: Gij hebt gehoord, dat er is gezegd: Gij zult de zevende dag heiligen. Maar Ik zeg u, dat alle dagen heilig moeten zijn. Er staat van de sabbat: “Indien gij niet over de sabbat heenloopt door uw zaken te doen op mijn heilige dag, maar de sabbat een verlustiging noemt, de heilige dag des Heren van gewicht, en die eert door noch uw eigen wegen te gaan, noch uw zaken te behartigen, of ijdele taal uit te slaan…” Jesaja 58:13. Als we letten op wat je niet op de sabbat mocht doen, moeten we ons dan niet afvragen: Mogen we dan wel onze eigen wegen gaan en ijdele taal uitslaan op de andere dagen?

De geest van de sabbat versus de letter van de wet

In het oude verbond kreeg de mensen zes dagen om te arbeiden. Dan deden ze hun eigen zaken, maar de zevende dag zou de Here toebehoren. Dan moesten ze in acht nemen wat de Here in acht genomen wilde hebben. Zou Jezus het zo hebben opgevat? In Jesaja stond, dat ze de dag eerden door niet hun eigen wegen te gaan en geen ijdele taal uit te slaan. Jezus heeft dit gebod vervuld. Hij heeft alle dagen geëerd door altijd in acht te nemen wat de Here in acht genomen wilde hebben en door niet zijn eigen belang te zoeken.  In het nieuwe verbond zijn we dienaren van de Geest geworden en niet van de letter. (Romeinen 7:6) Dat hebben de Farizeeën niet begrepen. En toen Jezus in botsing kwam met de letter van het sabbatsgebod, beschuldigden ze Hem. Maar Hij is nooit in botsing gekomen met de geest van de sabbat, ook niet toen Hij aren plukte. (Matteüs 12:1-14, Markus 2:23-28) Zo handelde Hij ook wat betreft de andere geboden, bijvoorbeeld toen Hij de vrouw niet veroordeelde, die betrapt was op overspel. (Johannes 8:3-11)

Al hielden de Joden in het oude verbond de sabbat naar de letter, toch hielden ze die niet naar de geest. Ze waren in een verkeerde geest, en hadden geen rust. Ze wachtten er alleen maar op dat de sabbat voorbij was, zodat ze graan konden gaan verkopen met verkleining van de efa, met vergroting van de sikkel en met een valse weegschaal. (Amos 8:5) Zo zijn er tegenwoordig heel wat mensen die je “zondagschristenen” kunt noemen. Zij leven in de geest van de wereld, maar ‘s zondags gaan ze naar de kerk of naar samenkomsten, ze luisteren naar de preek en zien er vroom uit. Maar als de maandag komt, ervaren ze dat als een opluchting. Dan kunnen ze weer hun eigen interesses volgen.

De apostelen waren een heel ander leven binnengegaan, als zij schrijven: “Het woord van Christus wone rijkelijk in u, zodat gij in alle wijsheid elkander leert en terechtwijst en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingende, Gode dank brengt in uw harten. En al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de naam des Heren Jezus, God, de Vader, dankende door Hem!” Kolossenzen 3:16-17.

Dat geldt niet alleen voor de zaterdag of de zondag, maar voor alle dagen. Heel ijverig zijn om de sabbat – de zevende dag –  te houden, komt doordat mensen dienaren der letter zijn, ze nemen dagen, maanden, vaste tijden en jaren in acht. Maar met ons, die zonen geworden zijn, is het anders. God heeft de Geest van zijn Zoon uitgezonden in onze harten en in deze Geest leven en wandelen wij, niet één dag, maar alle dagen en tijden. (Galaten 4:6-11)

Onmogelijk om tot rust in te gaan onder de wet

De sabbat is een teken en getuigenis tussen Mij en u, zei God tegen Israël. Zij hadden geen rust in Egypte, noch in de woestijn. Maar het sabbatsgebod was er en dat getuigde ervan, dat God hen in de rust zou brengen in het beloofde land. Maar Jozua was niet in staat hen in de rust te brengen. (Hebreeën 4:8) Zij waren ongehoorzaam en sloten met de vijand een verbond. (Richteren 2:1-4) Maar nu wordt de blijde boodschap aan ons verkondigd. “Want wie tot zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de zijne.” Hebreeën 4:10.

“En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed …. en Hij rustte op de zevende dag.” Genesis 1:31; Genesis 2:1-3. Als niet alles zeer goed was geweest, had God niet kunnen rusten. Met Christus is de tijd van het herstel gekomen, zodat wij volmaakt kunnen zijn naar ons geweten en kunnen rusten van onze werken. (Hebreeën 9:10)  Zij die geen goed geweten hebben, merken dat. Ze hebben geen rust, niet op zaterdag, niet op zondag en niet op maandag. Maar zij die leven in de geest van Christus en hun lichamen stellen tot een Gode welgevallig offer, zij gaan door het geloof iedere dag de sabbatsrust binnen, elke dag. Zij rusten van uw werken zoals God van de zijne. (Hebreeën 4:1-11)

Al die discussie of wij de zaterdag of de zondag moeten houden is gebrek aan geestelijk inzicht. God rustte na te hebben gewerkt en er staat niet, dat Hij opnieuw is gaan werken. Onder de wet werkte, zwoegde en ploeterde de mensen zonder iets te bereiken. Ze waren niet in staat de wet te houden en kwamen niet tot rust. Daarom zegt Jezus: “Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven! Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en mijn last is licht.” Matteüs11:28-30.

De sabbatsrust is met Jezus aangebroken. Hij is opgestaan op de eerste dag. Toen is er een nieuwe tijd begonnen. Hij geeft rust. Daarom kan het heel gepast zijn om de eerste dag als rustdag te hebben. De mensen hebben een dag nodig, waarop ze vrij kunnen zijn van aardse verplichtingen, zodat ze tijd kunnen krijgen om bijeen te komen rond Gods woord. Voor wie geestelijk inzicht heeft, speelt het geen rol welke dag zij daarvoor nemen. Want iedere dag zetten zij hun lichaam als een offer in voor de wil van God. Verdient hij geld, dan is dat niet in een geest van eerzucht of hebzucht, maar hij verdient het en besteedt het in de geest van Christus. (Handelingen 4:32, 1 Thessalonicenzen 2:9, Efeziërs 4:28) Hij gaat door het geloof tot de rust in.

Tienden – 10 procent of 100 procent

Ook het geven van tienden is voor velen een probleem, juist omdat ze dienaren van de letter zijn en niet van de Geest. Maar uit wat in het voorgaande is uitgelegd verstaan wij ook hoe het zit met de tienden. In het oude verbond, dat immers een schaduw was van de toekomstige goederen, moest men de Here 10% geven en de overige 90% konden ze naar hun eigen wens gebruiken. Zou Jezus het ook zo hebben gedaan? Heeft Hij de tienden afgeschaft? Nee, Hij heeft het volmaakte gebracht. Hij heeft zichzelf en de volle 100% aan de Vader gegeven. Daarom klonk de boodschap uit zijn mond: Niemand kan mijn discipel zijn zonder alles prijs te geven. (Lukas 14:33)

Wanneer spraken de apostelen over het geven van tienden? Zij zeggen: “Een ieder geve, naardat hij zich in zijn hart heeft voorgenomen, niet met tegenzin of gedwongen, want God heeft de blijmoedige gever lief.” 2 Korintiërs 9:7. (Lees 2 Korintiërs 8 en 9) Ja, zegt je misschien, maar dat slaat op vrijwillige gaven, dat gaat buiten de tienden om.  Als je zo spreekt, geeft je er precies blijk van dat je in grote slavernij bent. De tienden zijn niet vrijwillig, daartoe worden de leden om zo te zeggen gedwongen. De predikers dwingen hun met handopsteken en op vele andere manieren de belofte af. Daaruit blijkt, dat zij niet in de geest van het gebod zijn gekomen.

Geven in het nieuwe verbond

Er staat van Jezus, dat Hij zichzelf ontledigd heeft en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen. (Filippenzen 2:5-8) Vrijwillig is de Here Jezus omwille van ons arm geworden, terwijl Hij rijk was, opdat wij door zijn armoede rijk zouden worden. (2 Korintiërs 8:9) Als we leden willen zijn van het lichaam van Christus, dan moeten we ons stellen onder de volmaakte wet, die der vrijheid. Hier deugen tienden en enkele vrijwillige gaven niet, maar wij moeten onszelf geven, eerst aan de Here en dan aan de gemeente, naar de wil van God. Hebben wij onszelf gegeven, dan hebben wij ook heel ons bezit gegeven.

Door de Geest van Christus zijn wij tot het volmaakte gekomen, en het is beter gemeenschap te hebben met één persoon die door de Geest van Christus lid is van het lichaam van Christus, dan met honderdduizend die slaven zijn van het oude verbond der letter. Het is beter één euro te krijgen, die van harte gegeven is, dan honderdduizend, gegeven uit plicht en voor de schijn. (Marcus 12:41-44)

Laten wij er dus ernst mee maken om tot die rust in te gaan. (Hebreeën 4:11-13)

Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.