De bruid van Christus

De bruid van Christus

De bruid van Christus is de kroon op Zijn werk en liefde. Wie is zij eigenlijk?

Wat zou Jezus’ hart kunnen verheugen?

Jezus beschouwde gelijkheid met God niet als roof. Voordat Hij naar onze wereld kwam, verheugde Hij zich altijd voor het aangezicht van God, en Zijn vreugde was bij de mensenkinderen. Er waren ongetwijfeld talloze engelen en overvloedige schoonheid en wonderen aan de andere kant in de eeuwigheid die we ons hier zelfs niet kunnen voorstellen, maar niets van dat alles kon Jezus' hart bevredigen. Zijn vreugde was bij de mensenkinderen (Filippenzen 2:5-7; Spreuken 8:22-31).

Toen God alle dingen had geschapen, zei Hij dat ze heel goed waren. Hij schiep de eerste mens, Adam, die Hij in de Hof van Eden plaatste om daarvoor te zorgen. Je zou denken dat Adam daar heel tevreden zou zijn geweest, maar dat was niet het geval. God begreep dit beter dan Adam zelf. “Ook zei de Heere God: Het is niet goed dat de mens alleen is; Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem. …Toen liet de HEERE God een diepe slaap op Adam vallen… en Hij nam een van zijn ribben en de HEERE God bouwde de rib die Hij uit Adam genomen had, tot een vrouw en Hij bracht haar bij Adam. Toen zei Adam: Deze is ditmaal been van mijn beenderen, en vlees van mijn vlees!”  Genesis 2:18-23.

Adam had dit gemis al lange tijd gevoeld, daarom riep hij uit: "Dit is nu been van mijn gebeente" enz.

De geliefde en trouwe bruid van Christus

De tweede Adam, Jezus Christus, voelt precies hetzelfde. Hij verlangt naar Zijn bruid, die voor een hoge prijs is gekocht. Deze bruid zal worden genomen uit de mensenkinderen. Om haar te winnen, verliet Hij Zijn hemelse heerlijkheid en daalde Hij af naar de plaats waar Zijn geliefde bruid woonde. Niet alleen kwam Hij hier naartoe, Hij moest hetzelfde vlees en bloed als wij op Zich nemen en in alle dingen worden zoals wij. Daardoor kon Hij door het voorhangsel -dat is Zijn vlees- gaan en de weg openen waarop Zijn bruid kon gaan om tot Hem te komen vanuit het vergankelijke naar het onvergankelijke en eeuwige (Hebreeën 2:14; Hebreeën 10:19-20).

Christus toonde trouw toen Hij op aarde wandelde, nu is het Zijn verlangen dat Zijn bruid net zo trouw zal zijn in de dagen van haar vlees. Op deze manier worden we één vlees met Christus. “Dit geheimenis is groot; maar ik spreek met het oog op Christus en de gemeente” Efeziërs 5:32. De man moet zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één vlees worden. De bruid ontvangt niet alleen van de Geest van Christus, ze laat zich door de Geest leiden zodat ze haar lichaam aan God wijdt als een levend offer dat Hem welgevallig is. Ze worden één vlees. (Efeziërs 5:30-32; Romeinen 12:1).

Deel krijgen aan de goddelijke natuur

We zijn opnieuw geboren uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord (1 Petrus 1:23.) Dit woord voedt ons en daardoor groeien we. We beginnen als een kind, en dan groeien we op tot een reine bruid voor Christus. Deze reine bruid is voor Christus wat Eva was voor Adam. Het verschil is dat dit een hemelse relatie is, terwijl die van onze eerste ouders aards was.

Er zijn niet te tellen zoveel maagden (Hooglied 6:8.) Dit betekent dat er velen zijn die nog niet volwassen zijn geworden, en daarom kan Christus hen niet het hof maken. De bruid van Christus is een volwassen vrouw wiens natuur een goddelijke liefde uitdrukt. Ze is “ziek van liefde. Ze roept uit ”Sterk mij met rozijnenkoeken, verkwik mij met appels, want ik ben ziek van liefde,” Hooglied 2:5.

Een bruid denkt niet aan cadeaus of bijzondere lekkernijen. Haar gedachten en zorg voor zichzelf zijn verdwenen. Ze ziet alleen de bruidegom! “Mijn eigen wijngaard heb ik niet bewaakt. U, Die ik innig liefheb, maak mij bekend waar U de kudde weidt, waar U die op de middag laat rusten” Hooglied 1:6-7. Ze vertrouwt zichzelf niet zomaar aan iedereen toe. Ze is een gesloten bron, een verzegelde bron (Hooglied 4:12). Ze kiest ervoor liever in het vlees te lijden dan haar geheimen aan iemand anders dan aan haar bruidegom te openbaren. Ze is wat ze is: de belichaming van wat een mens kan bereiken. Door de genade van God heeft ze deel gekregen aan de Goddelijke natuur (2 Petrus 1:4).

 

Dit artikel is vertaald uit het Noors en werd voor het eerst gepubliceerd met de titel ‘Bruden’ (‘De bruid’) in het blad Skjulte Skatter (Verborgen Schatten) in januari 1912.
© Copyright Stiftelsen Skjulte Skatters Forlag | ActiveChristianity

 

Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.