Ben ik gebonden door wat anderen van mij denken?
Eer van andere mensen zoeken schept een heleboel onrust, maar het zit diepgeworteld in ieder mens. Hoe kom ik hier vanaf?
Een karaktereigenschap die heel diep geworteld zit in de mens, is dat we “credit” willen hebben van de dingen die we doen en zeggen. Door de zondeval kwam de zonde in de menselijke natuur, waardoor zelfs onze beste daden besmet zijn met zonde, als ze niet door God ingegeven worden. Het punt is dat wij uit onszelf niets kunnen doen wat het waard is om eer voor te krijgen.
Het is voor mij altijd een grote vijand geweest, en dat is het nog steeds, om erkend te willen worden door de mensen om mij heen. Dit bindt mij en heeft de macht over mij, waardoor ik niet vrij ben om de goede dingen te doen die God in mij werkt, die ik graag wil doen.
Als ik iets goeds gedaan heb wat God in mij heeft bewerkt, bijvoorbeeld om gehoorzaam te zijn aan een tekst die voor mij is gaan leven, dan is de eer voor God en niet voor mijzelf.
Zelfs met dit begrip als een goed fundament in mijn leven, betekent het niet dat ik nooit verzocht zal worden om eer te zoeken. Omdat ik wel verzocht wordt – als ik mij niet bewust ben van mijn natuur, dan zijn mijn gedachten gevuld met hoe ik overkom in de ogen van anderen. In mijn gedachten zal de verzoeking opkomen en daar zal deze overwonnen moet worden.
Hoe kan een verzoeking worden overwonnen?
Een belangrijk deel van de wapenrusting Gods wordt beschreven in Efeze 6:17: “het zwaard des Geestes, dat is het woord van God.” Voor mij is gebleken dat dit het meest effectieve wapen in mijn verzoekingen is, en daarmee ook tegen de gedachten om eer van mensen te krijgen. Het mooie van Gods woord – en de geschriften – is dat je ze steeds opnieuw kunt gebruiken. Het zwaard is niet voor eenmalig gebruik. En het werkt elke keer.
Er zijn een paar verzen die ik gebruikt heb als de gedachten over eer opkwamen. De eerste staat in 1 Korinthe 4:7 “Want wie onderscheidt u? En wat hebt gij, dat gij niet ontvangen hebt? En indien gij het dan ontvangen hebt, wat beroemt gij u, alsof gij het niet ontvangen hadt?“ Dit is een fantastisch wapen! Ik zeg vaak tegen mijzelf, “Wat heb jij, dat je niet ontvangen hebt?” Het antwoord is: Niets. Alles komt voort uit Gods genade, daarom komt de eer Hem toe. Als ik dan toch de eer opeis, dan steel ik iets wat niet aan mij toekomt. Als ik God de eer geef, dan valt alles op zijn plek en krijg ik een heerlijke vrijheid van de zware druk voor het aangezicht van de mensen te staan bij alles wat ik doe.
Een ander vers dat ik heb gebruikt als een wapen staat in Romeinen 3:27 “Waar blijft het roemen dan? Het is uitgesloten. Door welke wet? Der werken? Neen, maar door de wet van geloof.” En Galaten 1:10 “Tracht ik thans mensen te winnen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Indien ik nog mensen trachtte te behagen, zou ik geen dienstknecht van Christus zijn.” En dat is wat ik wil zijn: een dienaar van Christus, die goed kan doen en tot zegen kan zijn voor degenen die ik tegenkom op mijn weg.
Mijn focus moet zijn om Gods eer te zoeken, om Hem de leiding te geven en om Zijn wil te vinden in mijn leven. En in geen geval moet de focus zijn dat ik mij laat sturen door meningen of eer van anderen.
Wat zegt God?
De meningen van mensen zijn veranderlijk; de ene keer prijzen ze je de wolken in en de volgende keer hebben ze kritiek op je. Dat is niet belangrijk – maar wat zegt God over mijn leven en mijn bedoelingen?
Ik word van tijd tot tijd nog steeds verzocht om eer van mensen te zoeken, bijvoorbeeld door te denken dat ik iets heel goed heb gedaan, of dat ik opgeblazen wordt als ik geprezen wordt of dat ik bang wordt voor kritiek en dat anderen negatief over mij praten. Maar het mooie is dat ik mijn vijand ken, mijn wapens ken en dat ik weet hoe ik de strijd kan oppakken. Dan kunnen mijn hart en mijn gedachten rein blijven en dat brengt geluk en blijdschap. Dit maakt mij vrij om te horen wat God tot mij wil zeggen.
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.