Aksel Johan Smith – “Ik en de Vader zijn een.”
Aksel Johan Smith was een eenvoudige man met een grote geestelijke kracht, die zijn hele leven in de dienst van God heeft gesteld.
Aksel Johan Smith was een eenvoudige man met een grote geestelijke kracht, die zijn hele leven in de dienst van God heeft gesteld. Zijn leven is een lichtend voorbeeld van trouw en ook om de kleine en grote situaties van het leven goed te benutten.
Aksel J. Smith werd geboren in Horten in 1910, als vierde kind van Pauline en Johan Oscar Smith. Door op te groeien in een christelijk gezin met bijzonder godvruchtige ouders, werd hij al op jonge leeftijd overtuigd van de kracht die er is in het evangelie en van de mogelijkheid om vrij van de zonde te leven. Als jonge man reisde hij veel van zijn tijd rond in Scandinavië als evangelist en bezocht hij de gemeenten in Noorwegen. Ook kon hij nog tijd vinden om zijn opleiding tot meubelmaker af te ronden en in 1930 werd hij opgeroepen voor militaire dienst bij de luchtmacht. Het jaar daarna was hij klaar met militaire dienst. Gedurende een lang leven bleef hij onverminderd trots op zijn vaderland.
In januari 1943 droeg Johan O. Smith de verantwoordelijkheid voor het blad Skjulte Skatter (Verborgen Schatten) over aan zijn zoon Aksel. Aksel was toen 33 jaar. Dat was een onbetaalde baan en in die tijd moesten alle correcties en de verzending met de hand worden gedaan. Nadat Aksel in 1947 trouwde met Ida Olsen, die hij al kende uit zijn kindertijd deden zij de redactie en de verspreiding van het blad samen. De oplage was in het begin enkele honderden, tot later duizenden stuks. Zij zorgden er niet alleen voor dat de artikelen grammaticaal correct waren, maar ook dat zij leerstellig juist, tot opbouw en geschreven waren in de geest die gelooft in overwinning. Aksel en Ida zagen hun werk nooit als een zware last, maar als een voorrecht en een vreugde. Naargelang hun vijf kinderen opgroeiden hielpen ook zij mee in dat veelomvattende werk. Aksel was 55 jaar lang eindredacteur van Skjulte Skatter
Samen met Sigurd Bratlie en Elias Aslaksen had Aksel J. Smith vanaf 1930 de verantwoordelijkheid voor de aardse en geestelijke ontwikkeling van de gemeente. Die dienst vervulde hij getrouw gedurende een van de meest onrustige tijden die de wereld ooit heeft gekend. Hij was een man met visie, en hij begreep welke richting goed was voor de ontwikkeling van de gemeente. Het was Smith die onmiddellijk de prachtige mogelijkheden inzag, die verborgen zaten in een kleine boerderij genaamd Brunstad, toen hij die voor het eerst bekeek terwijl hij tot aan zijn knieën door de sneeuw waadde. Zijn heldere zicht op de toekomst heeft met de jaren geresulteerd in het Brunstad Conference Center zoals we dat vandaag de dag kennen – het middelpunt van de gemeente – en zoals velen van de kinderen zeggen die daar hun zomervakanties doorbrengen: "‘s Werelds beste plek!"
De zorg voor de gemeente en voor de mensen werd voor Aksel iets wat hem persoonlijk aan het hart ging. Hij was een wijs leider, bijvoorbeeld toen er conservatieve stemmen opgingen over de positie van vrouwen in de gemeente. Aksel J. Smith volgde in de voetstappen van zijn vader en maakte heel duidelijk dat zowel vrouwen als mannen kunnen dienen in de gemeente, en dat vrouwen net zo goed een bron voor de gemeenschap zijn als mannen.
Zowel buren als vrienden kenden hem als iemand die niet alleen sprak over christendom, maar het ook leefde in de praktijk.
Hij was nooit uit op zijn eigen belang en probeerde nooit zelf groot te zijn of belangrijk te worden door zijn dienst, wat hij makkelijk had kunnen doen, als zoon van Johan O. Smith.Maar Aksel was er totaal niet in geïnteresseerd om een ‘geestelijke elite’ te vormen. In plaats daarvan ontwikkelde hij het zeldzame vermogen om zijn medewerkers te stimulen en vooruit te helpen en hen het gevoel te geven dat zij waardevol zijn. Het leven van Aksel J. Smith was vast verankerd in het verborgen offeren en dienen van God en de gemeente, zijn gezin en de samenleving in het algemeen. Gedurende een groei van driekwart eeuw, vanaf de opwekking in de beginjaren dertig, tijdens moeilijke oorlogsjaren en de internationale groei in de vijftiger- en zestiger jaren en tot aan de opwekking in de jaren negentig –Aksel J. Smith was al die tijd een goede en milde herder voor de gemeente met een helder inzicht. Na zijn overlijden in augustus 1998 werd het nog duidelijker dat de erfenis die hij naliet, een open, toegankelijke en internationale gemeente was. Aksel J. Smith verstond wat het betekent om hier en nu een getrouw leven te leiden. Hij was er nooit een voorstander van om zich te isoleren van de rest van de wereld, maar in plaats daarvan nam hij actief en betrokken deel aan de lokale gemeenschap in Horten, waar hij vaak zieken en ouderen bezocht. Zowel buren als vrienden in de stad kenden hem als iemand die niet alleen maar sprak over christendom, maar er ook elke dag in de praktijk naar leefde .
Een basiselement van Aksels leven was zijn oneindige liefde voor iedereen die hij tegenkwam. Hij leefde een leven dat volledig in overeenstemming was met het evangelie van overwinning over de zonde en hij stond in een dusdanige onafgebroken innerlijke ontwikkeling dat toen hij aan het einde van zijn leven op de paasconferentie 1995 voorlas uit Johannes 10:30, er geen twijfel over bestond dat dit zijn persoonlijke getuigenis was geworden: “Ik en de Vader zijn een.”
(Bron: Kjell Arne Bratli, En Herrens Hyrde: Aksel J. Smith 1919-1998, Uitgeverij Skjulte Skatter 2007)
Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.