Wat betekent het om met Christus gekruisigd te zijn? (Galaten 2:20)

Wat betekent het om met Christus gekruisigd te zijn? (Galaten 2:20)

Een helder begrip van dit onderwerp is van levensbelang!

Dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn.” Romeinen 6:6

Paulus schrijft alsof het een bekend en algemeen aanvaard feit zou zijn, dat de oude mens gekruisigd is. Tegenwoordig is dit een zeer onbekende zaak onder de christenen. Misschien weten zij dit als dode kennis, maar ze geloven het niet, en zo hebben zij er geen blijdschap over.

Onlangs hoorde ik een jonge man ervan getuigen dat hij nu geloofde dat hij met Christus gekruisigd was, dat het een daad van geloof was. Hij was stralend van vreugde. Dat was gezegend om te horen; want dit was iets totaal anders dan het oude: zondigen en genade krijgen. Dat kan nog bij een pasbekeerde, maar als men na verloop van tijd leraar zou moeten zijn en dan nog doorgaat met zondigen, dat is slap en verdrietig. Wij moeten een keer komen tot overwinning over alles waarvan we weten dat het zonde is; want dat is de oude mens. Tot het onbewuste komen we langzamerhand. En als we daar licht over krijgen, wordt ook dat gekruisigd. Het lichaam der zonde wordt teniet gedaan, en we dienen de zonde niet langer.

Door trouw houden we de zonde in de dood, waar zij rechtmatig thuishoort. Het staat voor ons vast, dat wij dood zijn voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus. De zonde moet niet langer als koning heersen in ons sterfelijk lichaam, zodat we aan zijn begeerten zouden gehoorzamen. (Romeinen 6:11-12)

De begeerten liggen in ons sterfelijk lichaam; maar wij zullen daaraan niet gehoorzamen. Met andere woorden, wij moeten dood zijn voor de begeerten. Hiertoe hebben wij macht gekregen door de geloofspositie in te nemen: Gestorven met Christus, gekruisigd met Christus.

“Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij.” Galaten 2:20. Als Paulus zich door het geloof als gekruisigd met Christus kon rekenen, dan moet dat ook mogelijk zijn voor ons. Daarom staat er ook geschreven als een feit: “Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd.” Galaten 5:24.

Waarom dan rondlopen zonder overwinning? Gejammer en geklaag over louter nederlaag lijkt zo ootmoedig; maar in de grond van de zaak is dat alleen maar zonde en ongeloof. Eén en dezelfde bron kan niet bitter en zoet water geven. (Jakobus 3:10-11)

Het helpt niet, aan de voet van het kruis te staan; want het was niet beneden aan de voet van het kruis, dat Jezus de overwinning behaalde. Wij moeten omhoog, aan het kruis. Daar was het dat Jezus de overwinning behaalde over de heerschappijen en machten en alle legermachten der hel. Daar zullen ook wij overwinnen.

Daarover moeten de dominees en predikers zo spoedig mogelijk hun discipelen beginnen te onderwijzen, want het is een feit, dat uiterst weinig gelovigen een helder begrip en geloof hebben in deze zaak, die toch een zaak is van leven en dood.

Dit artikel is vertaald uit het Noors en is eerder gepubliceerd onder de titel “Met Christus gekruisigd” in het maandblad van BCC “Skjulte Skatter” (“Verborgen Schatten”) in september 1935.

© Copyright Stiftelsen Skjulte Skatters Forlag

Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.