Waar leiden de kronkelpaden heen?

Waar leiden de kronkelpaden heen?

Ik heb het gevoel dat ik in cirkels loop – zonder echt vooruit te komen. De onrust knaagt van binnen. Ik heb geen rust. Dit is toch niet hoe ik me zou moeten voelen?

Ik heb de keuze gemaakt te willen leven naar Gods woord. Ik wil leven naar zijn geboden en zijn wil en daarmee alles van mijn eigen wil opgeven. Ik weet dat wat God graag met mijn leven wil doen, het allerbeste is en daarom wil ik doen wat in de Bijbel staat. Ik ben heel blij dat ik dit besluit heb genomen, want van zo’n leven word ik gelukkig. Toch merk ik soms dat ik in cirkels loop – zonder echt vooruit te komen. Ik merk dat de onvrede knaagt van binnen. Dit is toch niet hoe ik me zou moeten voelen?

“Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij aan rustige wateren.“ (Ps. 23:2)

Waarom merk ik die rust niet, die totale vrede? Ja, ik merk een zekere rust, omdat ik weet dat ik God heb. Dat maakt mij blij. Maar toch; mijn gevoel klopt niet helemaal met de beschrijving in de Bijbel. Wat maakt mij zo onrustig? Toen vond ik plotseling het antwoord. Zoals gewoonlijk kan de Bijbel mij het antwoord geven. Daar staat:

“De weg des vredes kennen zij niet,
en er is geen recht in hun sporen;
zij gaan langs kronkelpaden;
niemand die ze betreedt, kent vrede.” (Jes. 59:8)

Aha! Ik loop op kronkelpaden! “…en niemand die ze betreedt, kent vrede.” Maar wat wordt er bedoeld met kronkelpaden? Je kan altijd het woord “googelen”, dan wordt als synoniem “intrige” gevonden. Verder worden woorden gevonden als: dubbelhartigheid, bedrog en bluffen. Ben ik daar dan mee bezig?

Ja, in feite pleeg ik bedrog als ik probeer mijn zonden te “verbergen”, iets wat ik als vermoeiende gewoonte doe. Ik merk soms dat ik graag dingen wil bedekken, waarvan ik weet dat ik daar scherp op moet zijn. Je hebt bijvoorbeeld moeite om eenvoudig op te geven wat je zelf graag wenst. Om dat weg te doen, om God daarvoor te laten zorgen. Als mens doe ik alles om vast te houden aan dat wat ik wil hebben, zelfs als ik heel goed weet dat ik daarmee moet stoppen. Het kan zijn dat ik het niet aandurf om God de controle over bepaalde dingen in mijn leven te laten hebben – het is gewoon een beetje beangstigend om die controle los te laten. Zelfs als ik zo moe ben, moe om steeds zelf te knoeien, en als ik dan besloten heb alles in Gods handen te leggen, dan is het toch verleidelijk iets van de verantwoordelijkheid zelf te behouden. Als je bijvoorbeeld met egoïsme worstelt, dan is het misschien verleidelijk om dit probleem onder het tapijt te vegen, omdat je eigenlijk aan jezelf wilt denken en er niet mee wilt afrekenen – niet nu.

“Niet vandaag. Ik doe dat later. Ik heb het nu wat moeilijk, dus…” Zulke gedachten zijn gedachten van bedrog en dwaasheid – je loopt op kronkelpaden! Deze wegen leiden nergens naartoe, maar zijn omwegen die het werk en de vooruitgang in mijn binnenste vertragen. Het zijn kronkelige, gecompliceerde wegen, vol van doodlopende steegjes en steile hellingen. Het is gemakkelijk om te verdwalen, en als ik dat doe is het moeilijk om de weg terug te vinden die God eigenlijk voor mij had klaargelegd. Je verschuift steeds vaker de grens – komt met verontschuldigingen voor alles – omdat je het niet verdraagt de waarheid te horen en daar iets mee te doen. Tot slot ben je zo ver weg gedwaald, dat je niet langer weet waar je heen moet gaan, omdat je Gods spreken niet hoort en Gods weg niet ziet. “…Met het gehoor zult gij horen en gij zult het geenszins verstaan, en ziende zult gij zien en gij zult het geenszins opmerken; want het hart van dit volk is vet geworden, en hun oren zijn hardhorend geworden, en hun ogen hebben zij toegesloten…” …”(Mat. 13:14-15) Als ik het geluk heb om weer op het juiste spoor te komen, dan kost het toch onnodig veel tijd om terug te komen naar waar ik was voor ik verdwaalde. Wat een weggegooide tijd!

Van het bewandelen van deze gevaarlijke wegen word je onrustig. Om echte vrede in je hart te krijgen, moet ik weten dat ik op de juiste manier Gods wegen bewandel. Niet dwalen over omwegen. Daarom moet ik stoppen met het bedekken van zonde waarmee ik eigenlijk zou moeten afrekenen. Ik moet er een einde aan maken – elke klein begin van een slechte gedachte, al het zoeken naar aandacht, alle gierigheid. Als ik ervoor zorg mijn pad rein te bewaren, dan heb ik geen reden om een slecht geweten te hebben. Ik heb rust, omdat ik weet dat ik op de goede weg ben. Deze weg is namelijk licht en duidelijk, eenvoudig, ongecompliceerd – zo lang ik mij aan Gods woord houd, zonder te proberen om te bedriegen.

“En is iemand een kampvechter, dan ontvangt hij de krans alleen, als hij volgens de regels van de kamp heeft gestreden.” (2 Tim. 2:5)

Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.