Een lach en een traan en een gelukkig nieuwjaar

Een lach en een traan en een gelukkig nieuwjaar

Het afgelopen jaar is niet altijd makkelijk geweest, maar toch heb ik alle reden om vol van geloof voor de toekomst te zijn.

5 min. ·

Terwijl ik wachtte op het vuurwerk dat de hemel zou verlichten, aftellend naar een nieuw jaar, nu bijna 365 dagen geleden, had ik me toen kunnen voorstellen wat er allemaal zou gebeuren dit jaar?

Ik kan niet zeggen dat het een slecht jaar is geweest. Er zijn zoveel mooie momenten geweest waarin we hebben gelachen, en als ik denk aan alles dat ik heb beleefd vervult het me met oprechte dankbaarheid. Maar ik kan toch ook niet zeggen dat het een makkelijk jaar was. Nu ik eraan terugdenk brengen sommige herinneringen de tranen in mijn ogen.

Er waren uitdagingen in het dagelijks leven, momenten waarin ik God bad om hulp om een taak aan te pakken waar ik tegen opzag, of om me wijsheid te geven om mijn financiën op orde te brengen. Er zijn verdrietige momenten geweest, geliefden die ik mis nu ze zo ver weg zijn, en ik moest leren omgaan met de lege plek die ze achterlieten. Er waren onverwachte situaties die ik nooit had zien aankomen en ook niet begreep. Ik dacht dat ik een sterk geloof had, maar ik voelde me soms zo wanhopig dat ik me afvroeg of God er wel was. Elke dag deed ik mijn best om me aan God vast te houden, om te leven door geloof, hoewel ik me afvroeg waarom dit mij overkwam.

Er bestaat een bekend gedicht over iemand die zijn reis begint met God aan zijn zijde, waarbij ze samen twee paar voetstappen in het zand achterlaten. Maar toen hij terugkeek op zijn zwaarste en meest verdrietige periodes, zag hij slechts één paar voetstappen in plaats van twee. Hij begon te twijfelen of God wel bij hem was geweest in deze periodes. Maar God antwoordde hem: “Tijdens jouw tijden van beproeving en lijden, toen jij maar één paar voetstappen zag – toen heb Ik jou gedragen.”

Dit jaar heb ik dit gedicht als een persoonlijke belevenis ervaren.

Vooral op een bepaalde dag tijdens een moeilijke periode werd het leven pikzwart voor mij. Ik viel in slaap terwijl ik strijdend de keuze maakte om te geloven en God te danken ondanks alles. Toen ik wakker werd voelde ik dat God mij nieuwe kracht had gegeven. Later, toen ik samen was met enkele vrienden, realiseerde ik me hoeveel mensen ik om me heen had die heel veel van mijn houden. Ik ervoer zoveel goedheid dat het me herinnerde aan alles wat God me had gegeven in het leven. Hoe kon ik dat vergeten! Hij heeft me zoveel gegeven, en Hij heeft me in staat gesteld om zelf ook te geven en de anderen op mijn beurt te zegenen, zoals Hij dat wil.

Ik ontdekte dat er geen betere genezing van mijn problemen is dan goed voor anderen te zijn, in plaats van in beslag te worden genomen door mijn eigen wereldje. Er is zoveel dat ik kan doen, in plaats van me af te vragen waarom sommige dingen mij overkomen. En de dingen die ik niet begrijp, die kan ik in Gods handen leggen, wetende dat Hij ervoor zorgt.

Ik had niet het gevoel dat ik veel had te geven, maar een glimlach, een knuffel en een paar vriendelijke woorden, tijd besteden met mensen die een vriend kunnen gebruiken – dat is iets dat tot zegen voor anderen kan zijn. Mijn worstelingen verdwenen niet binnen een dag, maar Gods woord is waar: “Het is zaliger te geven dan te ontvangen.” Handelingen 20:35. Het gaf me een geweldige vreugde en kracht om te volharden in mijn beproevingen, en het zorgde voor een genezend effect dat moeilijk is te beschrijven. Nu ik terugkijk was het duidelijk dat God het was, die me uit het donker ophief en mij erdoorheen droeg, en me de kracht gaf om mijn leven voor iets goeds te gebruiken.

Ik kwam erachter dat wat me de meeste vreugde geeft, niet slechts is dat ik anderen kan zegenen. Het is het feit dat ik kan veranderen. Toen ik dacht dat ik geloof had in God, toonde God mij hoe klein dat geloof was, zodat ik kon toegroeien naar een veel sterker geloof. Toen ik meende dat ik mijn grenzen had bereikt, toonde God mij dat Hij me in staat stelt om meer te dragen dan ik voor mogelijk had gehouden. Toen ik vroeg: “Waaraan heb ik dit verdiend?” leerde ik dat de gezindheid van een dienaar is om ongeacht de situatie te geven, zonder eisen, en mezelf er altijd aan te herinneren dat er méér is dat ik kan geven. Ik werd steeds meer bevrijd van mijn eigen beperkingen. Er was groei en leven in mij, middenin in deze moeilijke tijden, wat me een geluk en voldoening gaf waardoor ik ongelooflijk enthousiast werd over het leven dat God geeft.

Een oude vriend vertelde mee eens hoe hij het leven altijd als een goede en feestelijke reis had ervaren. Ik keek in zijn ontspannen, gelukkige gezicht, en dacht aan alles wat hij had meegemaakt: een financiële crisis en vele andere moeilijke tijden, hij ontmoette onbegrip en was soms verkeerd behandeld. Nu begrijp ik wat hij bedoelde: het was niet zo dat het leven altijd “goed” was, maar hij had besloten om alles in het leven te aanvaarden als het allerbeste dat God hem geven kon. En door geloof ervoer hij Gods goedheid.

Nu, aan het einde van dit jaar, werd ik opnieuw herinnerd aan de woorden van mijn vriend, vervuld van dankbaarheid. Het is niet het “goede” jaar zoals ik het had verwacht of zou hebben gepland. Het was soms moeilijk, maar het heeft me veel meer gegeven dan waar ik om kon hebben gevraagd.

Ik vraag me af hoe het volgende jaar zal zijn. Afgaand op de afgelopen jaren, weet ik dat het beter zal zijn dan wat ik kan verwachten. “Het leven is een feestelijke reis”, dat houd ik vast. Het zal weer een gelukkig nieuw jaar worden.

Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven.